Achter de schermen van de Isle of Man TT
Niet zeker of u hetzelfde kunt zeggen, maar de Isle of Man TT zit er op. Onze Man ging poolshoogte nemen op de meest waanzinnige motorrace ter wereld. Hij zag een gehavende editie met veel vertraging en ingekorte wedstrijden, maar vooral een mooie winnaar en een sportevenement dat zijn gelijke niet kent. Dit is het relaas van vier dagen op een eiland in de Ierse Zee.
Woensdag 5 juni: vertrek
Nadat we nog snel even checken of de telefonische uitnodiging van Honda wel degelijk over Isle of Man ging en niét over I love Men, beginnen we aan een stevige trip. Man mag in vogelvlucht dan wel niet al te ver zijn, het is een hele onderneming om er te geraken. We reizen eerst met de trein naar Brussel en dan met de Eurostar naar Londen. Daar gaat het van het Saint Pancras Station per taxi naar Heathrow. Dat duurt anderhalf uur en de chauffeur blijft maar ratelen over een cricket game die zijn thuisland zopas verloren heeft.
Overnachten gebeurt vlakbij Heathrow. Donderdagochtend is er een vlucht van anderhalf uur naar Man. Met propellervliegtuigje nog wel! Als we de Honda hospitality op de TT course binnenstappen, zijn we exact 24 uur van huis weg. Zoals Neil Armstrong al zei: it’s a small step to Man. Nooit geweten dat dit onooglijke eiland bij de maanlanding betrokken was.
Donderdag 6 juni: (on)geluk
Het zit ons mee, want de races van de voormiddag zijn door regen naar donderdagnamiddag verschoven. Maar geluk blijft zelden duren. In de bergen is het aan het regenen en ook al zitten we knus en droog in de paddock, de races worden afgelast. Alles verhuist naar vrijdag dus en dat is alweer een geluk. Honda heeft immers een plekje gereserveerd aan The Bungalow, een passage op de legendarische bergpas van Man. Na een dag reizen en een dag wachten, wordt het vrijdag een dag om nooit te vergeten, zoveel is duidelijk.
Vrijdag 7 juni: van koekjes en bergen
’t is een klein half uurtje wandelen van het hotel naar het circuit, maar de voettocht is lastiger dan gedacht. 3 km steil bergop, dat schudt een mens abrupt wakker. De hostess van de Honda hospitality ziet er alweer fantastisch uit, maar voor het overige is er weinig reden tot juichen. Het regent opnieuw in de bergen.
TT-icoon John McGuiness en Senior TT winner Dean Harisson hangen wat rond in de hospitality. Of hij het niet vervelend vindt voortdurend te moeten wachten als ie helemaal klaar is om te racen, vraag ik aan Harisson. “Ik maak er een punt van me niet op te winden over zaken waar ik niks kan aan veranderen. Het weer is wat het is; en dat geldt al zeker voor dit eiland”, antwoordt ie. “Ik drink dus gewoon wat thee en eet koekjes.” Als ik ‘m zeg dat dit exact is wat ik ook al de ganse voormiddag doe, tikt hij op mijn ex-six pack. “No mate, niet zò veel koekjes”, lacht Harisson. Relax is ie in elk geval. Grappig niet.
De mist in
De lokale Jacotte Brokken voorspelt droog weer en dus gaat het plan om de bergen in te gaan gewoon door. In de hoop dat er in de namiddag geracet wordt. We stappen eerst in een bus en daarna op de oudste tramlijn ter wereld om aan The Bungalow uit te komen. Eén van de iconische plekken van de TT, midden van de mountain range en in vanuit het Victory café hebben we een prachtig zicht. De weg slingert langs Snea Fall mountain en we zullen de motoren hier langer kunnen volgen dan gelijk waar op de 37,7 mijl lange omloop. Cool café, mooi terras. Dit wordt top.
Tenminste: dat dachten we. Een paar regendruppels worden gevolgd door stortregen en een dikke mist. Van racen is geen sprake. Van terugkeren ook niet, want iedereen die op de berg zat, wil plots in die oude tram naar beneden. Het aantal plaatsen is beperkt en er rijdt maar om het half uur een trammetje. Lang verhaal kort: uiteindelijk belanden we rond 18 uur weer in het hotel na de tweede dag op rij met afgelastingen en wachten. Ik begin met af te vragen of ik niet beter naar I love Men geweest was…
Zaterdag 8 juni: eind goed, al goed
Honda PR Georges Dewulf kent zijn wereld en hij heeft ons een paraplu cadeau gedaan. De ochtendwandeling op de berg verloopt humeurig, met een extra jas én een pet die ze me bij Motul gaven om het weinig geïsoleerd hoofd te beschermen. Maar goed, het is zonnig maar koud. Het lijkt er op dat ze vandaag wél gaan racen. Alleen… in de Honda hospitality vernemen we dat er een paar buitjes geweest zijn in de bergen en dat alles stil ligt tot de middag. Dit méén je niet. Het doemscenario van een vijfdaagse trip naar Man zonder één motor te zien rijden, wordt nu realistisch. De hoop die we nog hadden, wordt nu vervangen door een hoop die een poedel zopas achterliet naast de deur van de hospitality.
Edoch, op het moment waarop er al naarstig gezocht wordt naar een vroegere vlucht naar huis, komt het verlossend bericht. Om 13u is het eindelijk zover. De Supersport race gaat van start. Net als een zeezieke passagier zich onmiddellijk beter voelt als ie voet aan land zet, springen we herwonnen energie recht en trekken we een sprintje naar de startgrid. Het begin van een héérlijke middag.
A day at the races
De TT races zijn uniek. Je kunt dit event met niks anders vergelijken. De rijders starten om beurt en met een interval van een tiental seconden. Motorrijden is geen teamsport, maar dìt is nog meer solo dan pakweg een MotoGP. Want je start niet enkel helemaal alleen, je rijdt ook een omloop van 60 km op zonder iemand in je buurt. Jij en het eiland dat is alles wat er is. Eenzaamheid krijgt een nieuwe dimensie.
Als toeschouwer kun je de snelheid nauwelijks vatten. We staan in een tuin van een dame die elk jaar haar privé grasveldje ter beschikking stelt van al wie een donatie wil doen voor de lokale ambulanciers. Keanu Reeves stond hier al in het voortuintje, Ricky Carmichael was er nog net voor wij aankwamen. Het is een privilegie om hier te mogen zijn en ik drop graag de luttele euro’s die nog in mijn achterzak zitten in de collectebus die er staat. Grote merken droppen er duizenden euro’s in. Als je weet wat de ambulanciers betekenen in deze wedstrijd, is het nooit teveel.
Ik sta afwisselend met open mond en breed grijnzend naar de voorbijrazende SuperTwins te kijken. Pure waanzin. Dat denk ik ook telkens als ik live naar een MotoGP kijk, maar dit is toch nog iets anders. Het is niet te vatten in woorden, ga vooral zelf eens kijken. Het zal je tegelijkertijd opvallen hoe sereen en rustig het publiek is. Geen toeters of kettingzagen. Een beschaafd applaus vanop de grandstand als een rijder een pitstop maakt, geduldig aanschuiven aan de toiletten of aan de hamburgerstand. En er is een contact met de heren racers zoals we dat in de MotoGP al een jaar of dertig verloren zijn. Op kersvers record winnaar Michael Dunlop na – die van de motor heel snel naar de tent van de mechaniekers loopt – is elke rijder bijzonder joviaal en toegankelijk. De paddock staat vol met tenten, campers, bussen en een paar hospitalities waar ze op MotoGP wellicht vestiaires van zouden maken. Dit is een wedstrijd die de heroïek van weleer nog heeft weten te bewaren. Je kunt niet anders dan ontzag hebben voor iedereen die hier een been over de motor gooit. Maar ook de sfeer is uitzonderlijk. Je komt zonder pas of betalen in de paddock, er is contact met de rijders en als er al eens een race afgelast wordt, … wel dan is er thee met koekjes. Dit is motorracen zoals het ooit overal geweest is. Laten we hopen dat het hier altijd zo blijft.
Zondag 9 juni: kleine mensjes
We stappen om 8 u het hotel uit in de hoofdstad Douglas en het eiland lijkt wel verlaten. Ofwel is iedereen weg ofwel liggen er een heleboel mensen met een kater in bed. Vanop de hotelkamer hoorde ik tot in de vroege uurtjes een waanzinnig goede coverband en daar moet dus wel een stevig feestje bij gehoord hebben. In elk geval is het bijzonder rustig langs de boorden van de Ierse Zee. Maar wellicht is het hier wel altijd zo op het Eiland Man. De TT Races zijn twee weken waanzin op een anders rustige plek. Een beetje zoals de Gentse feesten, maar met minder Hollanders. Een bus brengt ons naar het vliegveld en de chauffeur waarschuwt dat we bij het kruisen van de elfenbrug net buiten Douglas de feeën moeten groeten. Heu? “Wel, als je dat doet, kom je veilig thuis”, vertelt hij me. Ik volg een spoedcursus oud-keltisch en mompel net op tijd “Moramay Mangivega”. Dat betekent letterlijk goede morgen, kleine mensjes.
Als u dit leest, heeft het geholpen. Tot nog eens, Isle of Man.