Eerste test 2024 Honda NX500: geen Dominator, wel van vele markten thuis
Tot spijt van wie het benijdt: bij de reïncarnatie van de NX blijft het Dominator-addendum in de naam helaas achterwege. In plaats daarvan doopt Honda in wezen z’n CB500X om, voorziet het die van een nieuwe styling, een verbeterde ophanging en een brede waaier aan technologische snufjes. Wat dat knutselwerk oplevert, mochten wij ondervinden tijdens een testrit op en naast het asfalt!
Foto’s: Manu De Soomer (MotorSportsPics)
De letters ‘NX’ hebben best een flinke geschiedenis bij Honda. De ééncilinder NX650 Dominator, die op het einde van de jaren 80 debuteerde met een opvallende mix van straat- en offroadstijl, wist over heel Europa de nodige zieltjes te winnen. NX staat overigens voor ‘New X-over’ – lees: ‘new crossover’ – en dat omschrijft de nieuwe NX500 sprekend: van slingerende asfaltwegen, over gravel – de NX zou ‘t ook in z’n nieuwe plunje allemaal moeten lusten. En dat straalt hij ook uit, met het extra laagje adventure-styling dat over z’n voorganger werd gedrapeerd. Daarenboven zijn de nieuwe vijfspaaks gietwielen lichter uitgevoerd (-1,5 kg), is de gasrespons bijgespijkerd, en werd de Showa-ophanging zowel voor- als achteraan grondig aangepakt voor een meer allround inzetbaarheid.
CB500X-genen
Puristen zullen het vermoedelijk jammer vinden dat Honda z’n NX500 niet opluistert met een stampende ééncilinder tussen de stalen ribben, zoals dat op z’n illustere naamgenoot het geval was. In plaats daarvan grijpen de Japanners naar een beproefde krachtbron in hun gamma: het 471cc achtkleps tweecilinderblok van de CB500X. Dat is ook in deze opstelling goed voor 47 pk (35 kW en dus A2-rijp) en 43 Nm. Uitschakelbare HSTC-tractiecontrole is op de nieuwkomer standaard, net zoals het 5-inch TFT-kleurenscherm (met connectiviteit via RoadSync), een slipperassistkoppeling en een ruime 17,5 litertank. Het blok is overigens niet het enige element dat komt overwaaien van de CB500X: zowel het frame en subframe, het zadel, het kuipwerk van de hele staartsectie, de uitlaatdemper, tot het voorspatbord zijn identiek.
Kleine trans
De bijgetimmerde snuit leunt dan weer verdacht dicht aan bij de vorig jaar herboren Transalp – en dat is allerminst een belediging. De ‘kleine Trans’ pronkt met een gelijkaardig silhouet van het windscherm, over de bekleding van de koplampunit met immer opgelichte richtingaanwijzers, het kuipwerk op de flanken, tot het zadel en de manier waarop het hitteschild op de uitlaatdemper zit gebout. Een soort uniformiteit die voor herkenbaarheid door het gamma moet zorgen, en in het beste geval doorgroeiers naar de ‘grote broers’ moet leiden. Niet het soort lijnenspel dat bij ondergetekende voor een verhoogde hartslag zorgt, maar wel strak, verzorgd en – zoals ‘t een Honda betaamt – heel netjes afgewerkt.
Voor elke lichaamsbouw
Ik zwaai m’n Alpinestars Toucan GTX over de zit en maak meteen kennis met het grote voordeel van deze middenklasse crossover: z’n absolute toegankelijkheid. De combinatie van een vrij bescheiden zithoogte van 830 mm, het smalle zadel en de naar aanvoelen vrij zacht afgeveerde achterhand zorgt er immers meteen voor dat ik beide voeten perfect plat op het asfalt kan planten. Dat terwijl ik zowel naar beide zijden als naar achter toe een ruime bewegingsvrijheid behoud en een grondspeling van 180 mm overeind blijft. Het brede stuur duwt me meteen mooi rechtop in het zadel, met de armen onder een luie hoek, de knieën onder ruwweg 90 graden en de voetsteuntjes die op de hoogte van de achteras gemonteerd staan. Het windschermpje is niet verstelbaar, maar tilt – met behulp van de ‘schoudertjes’ op het kuipwerk – het gros van de rijwind mooi rond m’n torso en over m’n helm.
Verademing
Nog voor het vertrek valt m’n oog op de linkerhelft van het stuur, waar ik een soort joystick aantref zoals op de Transalp. Die is verlicht en laat zich heel makkelijk bedienen om je weg te vinden in het heel intuïtief aanvoelende menustructuur op het TFT-scherm – een absolute verademing na het kluwen op de Africa Twin en de afgeslankte versie daarvan op de Transalp. Dankzij Honda RoadSync kan je je mobieltje makkelijk koppelen met je NX500, waarna je muziek en telefoongesprekken kan bedienen, maar ook in een wip turn-by-turnnavigatie op je scherm kan projecteren. De meest interessante knop van de dag zit evenwel links van de joystick gemonteerd: de ‘T’-knop, waarmee je met één por de tractiecontrole kan uitschakelen als er zich een portie onverhard aanbiedt. Dat biedt perspectieven…
Prima gegeared
De twin borrelt in alle discretie tot leven, en jaagt enkel bij het sluiten van het gas enkele plofjes door de demper. Bij het vieren van het niet-verstelbare koppelingshendel komt de nog geen 200 kg wegende Honda NX500 met sprekend gemak van de plaats, en laat zich opvallend eenvoudig wiegen. De CB500X konden we bezwaarlijk een dikkerdje noemen, maar de lichter uitgevoerde wielen van de NX zorgen ervoor dat hij nog net een tikkeltje lichter dartelt.
Sweet spot
Neen, op vlak van vermogen en koppel verbluft de 471cc twin niet, maar ik kan me perfect inbeelden dat een jonge of beginnende rijder net geniet van het vertrouwen dat dit blok uitstraalt. Het dreigt – ondanks wat het lichte gedokker van de 180°-ontstekingsvolgorde zou laten vermoeden – nooit stil te vallen, laat zich makkelijk bedienen via het licht aanvoelende koppelingshendel en lijkt prima gegeared voor dagelijks gebruik: 30 in z’n twee, 50 in z’n drie, 70 in z’n vier, en autosnelweg mooi halfweg in z’n zes, steevast bij toerentallen tussen de 3.000 en 5.000 tpm. Mooi zo. Al merk je snel dat die geruststellende factor er ook voor zorgt dat een en ander nogal vlak aanvoelt: onder de 2.500-3.000 tpm valt weinig te beleven, en boven de 6.500 tpm vibreert het blok meer dan er snelheid wordt opgebouwd. De sweet spot ligt halfweg de toerenschaal, mooi tussen 3.500 en 6.500 tpm in. Hou ‘m daar en je zit gebakken voor een fijne rit.
Neutraliteit troef
De herziene ophanging lijkt vooral het gevoel voort te zetten dat ook op de CB500X als een troef werd bestempeld: een erg neutraal, heel voorspelbaar stuurgedrag en een comfortabele setting voor korte én lange ritten. Je stuurt ‘m heel makkelijk in, het rijwielgedeelte laat zich ook bij correcties bijsturen zonder aan het jojo’en te slaan en ook onder remdruk breng je de Showa-spullen niet van de wijs. Zo soepel als je ‘t zou willen vooraan, een stukje steviger aan de achterhand. Voor één rijder dan: op het moment dat onze fotograaf even achterop springt voor een shot over m’n schouder, zakt de achterzijde opvallend diep door. Wil je dus met duo én bagage op weg, dan moet je minimaal even met de veervoorspanning (5-traps instelbaar) in de weer.
Met gevoel
Ook de remmerij ligt volledig in lijn met het blok en rijwielgedeelte: vertrouwen voorop. Het remhendel is verstelbaar, en op de bijtkracht van de Nissins vooraan valt niks af te dingen: de tweezuigers bijten met gevoel in de bijbehorende waveremschijven. Het achteranker is prima voor gemanoeuvreer bij lagere snelheden – exact waarvoor ik ‘m primair inzet. Prima, al had een uitschakelknop voor het ABS achteraan een extra troef geweest voor de kilometers naast het wegdek. Daarover gesproken…
Onverhard
Gezien de ‘crossover’-insteek en z’n meug voor zowel asfalt als onverhard, loodsen we onze NX ook even over een tiental kilometer onverhard. Geen gekkigheden, evenwel: een veerweg voor- en achteraan van ‘amper’ 135mm, de ietwat ruwer geprofileerde maar bezwaarlijk als modderrubber te bestempelen Dunlop Trailmax Mixtours om de gietwielen, en de complete afwezigheid van een beschermplaat rond het blok (en oliefilter) laten meteen verstaan dat zware offroad op deze knaap niet van toepassing is.
Maar een reep gravel? Die lust de NX500 wel. Rechtstaand rijden gaat prima, dankzij de potige stuurrisers, de ranke, gladde flanken en de smalle zit. De (niet-instelbare) 41mm Showa SFF-BP slikt het gros van de oneffenheden met de glimlach, terwijl de achterhand het gravelbraille iets minder verbloemd doorseint naar ruggengraat en ledematen. Het windschermpje blijft ook bij ruwere ondergrond uit de buurt van je helm, en – zolang je geen plassen doorwaadt – blijven je laarzen grip houden op de met rubber ingelegde voetsteuntjes. Om ‘m als volbloed allroad te kunnen gebruiken, zou deze NX nog wat extra protectoren, spaakwielen met toegewijd rubber en uitschakelbaar ABS kunnen gebruiken. Ingrepen die Honda misschien wel kan voorzien, op termijn. Of als optie beschikbaar stellen; werkt ook altijd.
Conclusie
Na onze rit blijkt dat we net een tikkeltje meer dan 5 liter door de injectoren van ons Hondaatje hebben gejaagd – goed voor een verbruik van omgerekend 3,9 liter op 100 kilometer. Peanuts. En dat maakt het verhaal wat mij betreft helemaal af: de NX500 is betaalbaar – zowel naar aanschaf als verbruik, voorspelbaar – zowel qua motor-, stuur- als remgedrag, comfortabel én relatief breed inzetbaar. We kunnen ons moeilijk inbeelden dat een aspirant-rijder een poster van de NX500 boven z’n bed heeft hangen, en ook de rijervaring is niet van het soort waar je je stoutste dromen mee vult. Maar het is wél de motor waarmee je zonder zorgen en in alle vertrouwen de wereld verkent, zelfs met een bescheiden beurs of ervaring. Onbetaalbare ervaringen op het asfalt en ernaast, die op hun beurt wél weer dromenvoer zijn voor een nieuwe generatie motorrijders. Daar kunnen we moeilijk iets op tegen hebben. Toch?
Pluspunten
+ Gebruiksgemak
+ Soepel blok
+ Laag verbruik
Minpunten
– Zachte achterveer
– Standaard USB-laadpunt?
Technische gegevens 2024 Honda NX500
MOTOR | |
Type | vloeistofgekoelde DOHC paralleltwin |
Cilinderinhoud | 471 cc |
Boring x slag | 67 x 66,8 mm |
Kleppen/cilinder | 4 |
Compressieverh. | 10,7:1 |
Carburatie | PGM-FI elektronische injectie |
Koppeling | natte multiplaat |
Transmissie | zesbak, slipperassistkoppeling |
Eindoverbrenging | ketting |
PRESTATIES | |
Maximaal vermogen | 47 pk @ 8.600 tpm |
Maximaal koppel | 43 Nm @ 6.500 tpm |
ELEKTRONICA | |
Motor | Ride-by-wire, TFT-display, connectiviteit, HISS |
Rijwielgedeelte | Tractiecontrole (HSTC, uitschakelbaar), ABS |
RIJWIELGEDEELTE | |
Frame | stalen diamantframe |
Vering voor | 41mm Showa SFF-BP UPSD-vork |
Stelmogelijkheden | niet-instelbaar |
Vering achter | Prolink monoshock |
Stelmogelijkheden | veervoorspanning instelbaar (5-traps) |
Veerweg v/a | 135/135 mm |
Rem voor | Dubbele 296 mm remschijven met axiaal gemonteerde tweezuigerremklauwen |
Rem achter | Enkele 240 mm remschijf met enkelzuigerremklauw |
Banden v/a | 110/80R19, 160/60R17 |
MATEN & GEWICHTEN | |
Wielbasis | 1.445 mm |
Balhoofdhoek | 27,5° |
Naloop | 108 mm |
Zithoogte | 830 mm |
Gewicht | 196 kg (rijklaar) |
Tankinhoud | 17,5 liter |
PRIJS & INFO | |
Prijs | v.a. € 8.849 |
Prijs België | v.a. € 7.649 |