Eerste test Aprilia Tuono 457: Gapend gat opgevuld
Het moest er ooit eens van komen, een Tuono tussen de 125 en 660. Met de komst van de RS 457 sportmotor was het geduldig wachten tot de naakte versie verscheen, en hoezee, hoezaa, daar is hij dan! We trekken naar het hoofdkwartier van Aprilia in het Italiaanse Noale voor een korte eerste kennismaking.
Stoer en schattig
Hij ziet eruit als een mini-Tuono, die 457. En zo’n Tuono 660 of zelfs V4 is al een kleine machine. Het is eigen aan de reeks naked bikes van Aprilia. Op de Tuono 457 passen onze knieën onder een lichaam van 1m90 net onder de benzinetank. Net. Ben je groter dan 2 meter, dan vallen je knieën erop en zullen je liezen stevig uitgerekt worden met wellicht een nieuw lenigheidsniveau in het verschiet. De hele 457 ademt een Tuono-sfeer uit, wat begint bij de kleurvarianten. Je hebt een rode of een grijze. Maar ga voor de rode, want die ziet er stoerder uit. De koplamp en het achterlicht lijken gekopieerd van de grote Tuono’s, maar ze zijn eerst in de krimpmachine gegaan. Heel geslaagd dus. Een stoere look, maar ook heel schattig. Zoals een vijfjarig jongetje met een zonnebril, open jeansjasje en gel in het haar.
457 = 457
Met zijn 175 kg rijklaargewicht is de Tuono 457 allesbehalve een zwaargewicht, wat grotendeels komt door het gebruik van een aluminium hoofdframe. De kleine tweecilinder meet 457cc, waarvoor dank aan Aprilia om geen verwarring te zaaien met modelnamen die dikwijls een hoger cijfer hebben dan het aantal cc’s. In dit geval meet de Tuono 457 dus 457cc. Duidelijk. De kleine twin levert 48 pk en 44 Nm, wat netjes onder de grens blijft voor A2-rijbewijshouders. Aprilia zijnde kon een assortiment aan elektronica uiteraard niet ontbreken, zelfs niet op dit kleintje. De Tuono 457 krijgt drie verschillende rijmodi, instelbare motormappings en tractiecontrole in drie standen en uit. Een assist- en slipperkoppeling is standaard, een quickshifter optioneel. Het is menens, met andere woorden.
Brutale quickshifter
Onze testmotoren voor de korte ochtendrit zijn allemaal uitgerust met een quickshifter, maar die besluiten we al snel niet meer te gebruiken. Rustig rijdend door dorpjes en over saaie rechtdoorwegen richting het leukere deel van de route, werkt de quickshifter veel te brutaal. De overgangen zijn stoterig, niet soepel en zelfs in hogere versnellingen niet verfijnd genoeg. Ouderwets met koppeling en schakelpookje verloopt in dit geval, zeker met de zeer lichte bediening, aangenamer.
Rijmodusmoeilijkheden
Meer gebrek aan raffinement ontdekken we in de rijmodus Sport. Die is, zoals steeds, te agressief. Wisselen naar ‘Standard’ of ‘Normal’ dan maar? Probleem! Want die rijmodus bestaat niet. Of, het is te zeggen, onder de noemer ‘Eco’. Maar op het TFT-schermpje zie je in grote letters – en kleuren! –in welke rijmodus je zit. Dus wordt het Rain, in het toepasselijke blauw? Nee, want het is droog weer vandaag. Wordt het Sport in het rood, kleur van Aprilia? Nee, want die is te ruw. Eco dan maar, in het – bleugh – groen? Stel je voor dat er iemand naast je komt staan aan het rood licht en ziet dat je op een Tuono in Eco rijdt. De horror!
Klein opdondertje
Sport dus, want ze knallen je hier van je motor af in dit minder mooie gedeelte van Italië. Ondertussen naderen we waarvoor we gekomen zijn: heuvels. Bergen kun je het moeilijk noemen, maar ze zijn wel bergachtig genoeg om er lekker op te motorrijden. Eindelijk kunnen we de twin eens doortrekken, want er zit best veel pit in voor zo’n klein opdondertje. Mede dankzij het lage gewicht komen we niet snel kracht tekort. Het blok houdt de gang er goed in en trekt gretig door zijn toerenschaal, waardoor je al snel vergeet dat je maar 48 pk ter beschikking hebt.
Extra druk werkt
We geven de quickshifter een tweede kans nu het gas er wat harder op gaat, wat het quickshiften alleen maar soepeler maakt. En inderdaad, op- en afschakelen verloopt een stuk makkelijker als er wat extra druk op het systeem gezet wordt. Toch is het nog steeds geen top-exemplaar, wat ons verrast gezien de elektronica-expertise van Italiaanse merken en in dit geval Aprilia.
In een oogwenk
De flow zit er goed in op deze Venetiaanse heuvels en het is vooral de lichtvoetigheid die indruk maakt. Ondanks dat de enkele schijfrem vooraan regelmatig hulp nodig heeft van de achterrem om het geheel tijdig gestopt te krijgen en de vering basic is met sportief rijden ver in het achterhoofd, is de Tuono 457 een heerlijke gooi- en smijtfiets. Hij is zo makkelijk om te leggen en blijft daarbij mooi stabiel dankzij het stijve frame. Een waar plezier op dit soort glooiende wegen, omdat je het prestatiepotentieel ten volle kunt benutten. Wat kan het toch deugd doen om alles uit zo’n klein motorblokje te halen en gedurende seconden aan een stuk volgas te kunnen geven. Net zoals het even fijn is, maar net iets spannender, om de rem- en stuurlimieten op een relatief veilige manier op te zoeken. Door het lichte gewicht corrigeer je toch in een oogwenk.
Begrijpbare keuze
Los van hoe fijn het is om op zo’n sportieve manier te rijden met de Tuono 457 moeten we twee dingen kaderen en in overweging nemen. Ten eerste: ja, het is een Tuono en dus betekent het dat je er op een veilige manier sportief mee moet kunnen rijden. Voor wie het nog niet doorhad, dat kan, los van de te slappe veren en te zwakke voorrem. Maar… welke eigenaar van deze Tuono zal zijn machine ooit zo tot het uiterste dwingen? Dit is een motor voor beginnende rijders die houden van het merk Aprilia of later willen opstappen naar een zwaardere Tuono. Die gaan echt niet het onderste uit de kan halen op een 457. Dus de keuze voor een wat zachter afgestelde vering en aangrijpende voorrem is helemaal te begrijpen.
Zittende overpeinzingen
Enkele dingen die ons tijdens deze korte eerste rit ook nog opvallen, hebben vooral te maken met de zithouding en het zadel. Zo mag in ons geval de kniehoek best sportief zijn, het bovenlichaam is wel mooi recht en comfortabel voor de rug. Je glijdt wel steeds wat naar voren op het zadel waardoor je eigen Tuono 125, 457, 660 of V4 – zelf in te vullen – tegen de benzinetank geplet wordt. Gelukkig is dat een groot luxeprobleem als je het vergelijkt met het passagierszadel. Dat is ongeveer zo hard als een gecementeerd stuk eikenhout met een extra harslaag erover. Je zal dus geen punten scoren als je je vriend(in) hier achterop meeneemt.
Conclusie
De Aprilia Tuono 457 is een welkome aanvulling in het Tuono-gamma en vult daar mooi het gat tussen de 125 en 660. Hij is licht, stuurt makkelijk en heeft een fijn en karaktervol motorblok met een mooie sound. De vering en remmen zijn basic, maar voldoende voor beginnende (A2-)rijders. Hij is uitgerust met meer dan voldoende elektronica, maar we hadden meer verwacht van de optionele quickshifter. Die schakelt te brutaal, waardoor normaal schakelen een betere keuze is. Misschien daarom dat ze die quickshifter ook ergens onderaan de optielijst gegooid hebben. De 457 ziet er echter uit als een echte Tuono, met de juiste details en kleuren, wat misschien nog het belangrijkste argument is in dit segment.
Foto’s: Milagro
Pluspunten
Uiterlijk
Motorblok
Licht en stabiel sturen
Minpunten
Quickshifter
Basic vering en remmen
Kleine motorfiets
Technische gegevens
MOTOR
Type: vloeistofgekoelde paralleltwin
Cilinderinhoud: 457cc
Boring x slag: 69 x 61,1 mm
Compressieverh.: 10,5 : 1
Koppeling: natte multiplaat, assist & slipper
Transmissie: zesbak
Eindoverbrenging: ketting
PRESTATIES
Maximaal vermogen: 48 pk @ 9.400 tpm
Maximaal koppel: 44 Nm @ 6.700 tpm
ELEKTRONICA
Motor: rijmodi, motormapping
Rijwielgedeelte: tractiecontrole
RIJWIELGEDEELTE
Frame: aluminium brugframe
Vering voor: 41 mm UPSD
Stelmogelijkheden: veervoorspanning
Vering achter: monoshock
Stelmogelijkheden: veervoorspanning
Veerweg v/a: 120/130 mm
Rem voor: enkele 320mm schijf met radiale vierzuigerklauw
Rem achter: enkele 220mm schijf met enkelzuigerklauw
Banden v/a: 110/70-R17, 150/60-R17
AFMETINGEN
Rijklaargewicht: 175 kg
Tankinhoud: 12,7 l
Wielbasis: 1.353 mm
Zithoogte: 800 mm
Balhoofdhoek: n.n.b.
Naloop: n.n.b.
PRIJS
België: € 6.599