Eerste test Lambretta-motorscooters: Terug van ooit geweest
Lambretta is terug! Het Italiaanse scootermerk was jarenlang van de markt verdwenen, maar maakt nu onder Chinese vleugels een comeback. Wij mochten een eerste keer van de Lambretta (motor)scooters 2.0 proeven in het typisch Italiaanse… Engelskirchen.
24 jaar productie
Lambretta is zeker niet het eerste Europese scooter-/(motor)merk dat met hulp van Chinese Yuans vanonder het stof gehaald wordt. Het Italiaanse merk kent namelijk een rijke geschiedenis. Ontstaan in 1933 onder de naam ‘Innocenti’ was het een staalfabriek die aanvankelijk stalen buizen maakte voor stellingen. Pas in 1947 rolde de eerste scooter van de band. Slechts 24 jaar later, in 1971, bouwden de Italianen hun laatste Lambretta. In 2017 maakte het merk een comeback onder hoede van KSR en nu, in 2024, doet Moteo de import van Lambretta in onder andere de Benelux.
Concurreren met Vespa
Lambretta heeft altijd opgebokst tegen het grote Vespa. Het had een rebelser en jonger imago, waar Vespa’s eerder lief en romantisch waren. Datzelfde geldt nu nog steeds, want hoe ga je anders de strijd aan met Piaggio? Er zijn momenteel drie modelreeksen in het Lambretta-gamma. ‘G’ staat voor de GT-modellen, ‘X’ voor de sportievere varianten en de V-familie wordt geproduceerd door scootergigant Sym. Typisch aan Lambretta’s van toen en nu is de toepassing van een buizenchassis met verwijderbare zijpanelen, zodat je makkelijker aan de (motor)onderdelen kunt. Door die aparte vorm van scooterbouw én meteen een uitgebreid gamma, wil Lambretta vol de strijd aangaan met Vespa.
X300: fijn en sportief motorblok
In en rond het mooie Duitse Engelskirchen rijden we de eerste kilometers met de nieuwe Lambretta’s, zowel in 125cc als +125cc. We concentreren ons op twee modellen: de X300 (6.599 euro) en de G350 (7.299 euro). Beginnen doen we met de sportieve X300. Een vrij kleine scooter die er op het eerste gezicht niet heel bijzonder uitziet. Wel mooi en op een manier apart, maar wat… gewoontjes. Dat hoeft zeker geen negatieve commentaar te zijn, want de meeste kopers willen liever geen al te opvallende tweewieler onder hun billen. Het achterlicht is wél opvallend en bijzonder groot. De afwerking is prima, maar zeker niet uitzonderlijk. Ermee rijden is absoluut geen straf. Het motorblokje – 275cc groot, 24,5 pk sterk – loopt fijn en trillingsvrij. Het voelt op een scootermanier zelfs sportief aan en pikt lekker op. Die sportiviteit wordt helaas ook doorgetrokken naar de vering, waardoor hij te hard is en niet comfortabel. Door zijn kleine gestalte én strakke vering, stuurt de X300 nogal nerveus. Meer rust hopen we te vinden in de G350.
G350: comfortabel en stabiel
… en die rust vinden we ook. Het GT-model van Lambretta is duidelijk comfortabeler en fijner afgeveerd. Je hebt meer plaats voor lichaam en benen en je zit op een volwassener product. De hele scooter voelt stabieler aan, wat zich ook vertaalt naar betere remmen dan de X300. Het motorblok vinden we dan weer minder aangenaam. Het is met zijn 330cc en 26 pk licht sterker dan de 300, maar de grotere ééncilinder trilt meer en is niet sneller. De 350 is nochtans 1 kg lichter dan de 300, maar toch is hij op een casual sprint op de Duitse heuvelwegen niet sneller. De 300 pikt vooral sneller op, waar de 350 eerder gezapig reageert.
Conclusie
Lambretta knalt onze markt stevig in, met een uitgebreid gamma aan 50cc, 125cc, 300cc en 350cc-modellen. Daarbij heb je ook nog eens keuze uit drie smaakjes en dus drie verschillende designs. Dankzij de hulp van Sym en een ervaren importeur moet Lambretta een vuist maken tegen Vespa. Dat zal geen simpele opdracht worden, maar onze eerste testkilometers bevielen prima. Hier en daar ontbreekt er wat verfijning in de afvering of het aandrijfgeheel, maar dat maakt ze zeker niet minder interessant om eens een testrit mee te boeken. En psst, niet tegen je Vespa-dealer zeggen hoor.
Foto’s: Lambretta