Eerste test: TVS Apache RR 310 en RTR 310
Dat ze in India weten hoe ze een motorfiets moeten bouwen, hoeft weinig betoog. De motorfiets is er sinds decennia in de cultuur verweven en daar plukt men nu steeds meer de vruchten van. TVS is daar misschien wel het grootste en meest sprekende voorbeeld van: nadat het grote delen van de wereld heeft veroverd, is Europa nu aan de beurt. Onze man Jules werd uitgenodigd in het Indiase Bengaluru, om kennis te maken met het toekomstige gamma voor de Benelux – in het bijzonder de Apache RR 310 en RTR 310!
Rijke geschiedenis
De geschiedenis van de TVS Motor Company toont aan dat dit bedrijf nooit is gestopt met innoveren. Het slaagde er de voorbije eeuw telkens in zichzelf heruit te vinden, en wist zo wereldwijd het derde grootste (!) marktaandeel te veroveren. Van een bedrijf dat verloren hoefijzers recupereerde van koetspaarden in 1911, over een heuse busmaatschappij, tot een allereerste motorfiets in 1980. Over alle stappen heen bleef het hoofddoel van TVS helder: het leven van mensen uit alle lagen van de bevolking verbeteren, door het creëren van toegankelijke mobiliteitsopties.
Hoge productiestandaard
Tijdens het bezoek stellen we vast dat vooral bij de premium-modellen de productiestandaard zeer hoog is. Elk belangrijk motoronderdeel van de RR of RTR is voorzien van een QR-code, voor een goede follow-up van mogelijke kinderziektes of zwaktes. Een groot deel van de productie is gerobotiseerd, zo wordt het frame van de laatstgenoemde modellen voor 95% gelast door robots. Dat draagt uiteraard ook bij aan de productiviteit van het bedrijf, waar jaarlijks ongeveer drie miljoen twee- en driewielers van de band lopen. De oude gebouwen van de productiesite in Hosur herbergen productiefaciliteiten die te vergelijken zijn met die van de A-merken. Geen wonder dat BMW ervoor koos om ook de G310R – in basis een TVS Apache RR – en de CE 02 hier te laten produceren.
Sportief karakter
Hoewel 312cc naar Europese normen eerder aan de bescheiden kant is, kan het blok van de Apache RR en RTR ons wel bekoren. De monocilinder produceert slechts 35 pk, maar dat belet ons niet om op het kartingcircuit Meco Kartopia een pak plezier te beleven. Met het gas vol open en de toerenteller richting de begrenzer is het blokje helemaal in z’n element. De mapping van het blok is op zijn zachtst gezegd sportief, waarbij de gekozen rijmodus een opvallend verschil maakt. Op de RR heb je vier modi: Rain, Urban, Sport en Track; op de RTR heb je ook nog de Supermoto-rijmodus. Die stand zorgt ervoor dat het ABS op het achterwiel wordt uitgeschakeld, zodat je ‘slidend’ de bocht in kan duiken. Dat gedeelte hebben we wijselijk overgeslagen. Zowel in de Sport-, Track- als Supermoto- modus krijg je het volledige vermogen ter beschikking.
Basic vs full option
De Apache geeft in beide versies direct veel vertrouwen, wat mede te danken is aan de kwalitatieve KYB-ophanging en het lage gewicht. Zowel de naked als de racer komen in twee varianten, een volledig uitgeruste versie – waar wij mee reden – en een basisversie. Het verschil hier zit hem onder andere in de vering, die op de duurste versie zowel voor- als achteraan volledig instelbaar is. Verder krijg je er op de volledig uitgeruste RTR nog een quickshifter bij, die eigenlijk tot de standaarduitrusting zou moeten behoren van beide modellen. Helaas is quickshifter niet beschikbaar op de RR. Door het hoogtoerige karakter en de kort gegearde versnellingen is die schakelhulp nochtans een grote meerwaarde – zeker op het circuit.
Tegen de limieten aan
De RTR is nog een tikkeltje copieuzer uitgedost met technologische snufjes dan de RR. Zo behoort zadelverwarming én zadelkoeling tot de standaarduitrusting. Een snufje dat we tijdens de zomermaanden ook bij ons zullen appreciëren. De enkele schijfrem vooraan doet wat ze moet doen, maar er is nog ruimte voor verbetering. Uiteraard moeten we ook realistisch blijven met onze verwachtingen. Voor dagdagelijks gebruik is er zeker voldoende stopkracht, op het circuit loop je toch al eens tegen de limieten aan.
Premium looks
Over het uiterlijk van beide motoren valt veel te zeggen. TVS is erin geslaagd om een eigen look te creëren, die volgens ons behoorlijk premium oogt. Zowel de scherpe lijnen, de agressieve ledkoplamp en de felle kleuren van de RTR, als het kuipwerk van de RR – dat ons qua design aan de betere Italiaanse merken doet denken – weet ons te bekoren. Beide motoren ogen volwassen en zelfs de grotere testrijders passen op deze motor. De ergonomie is prima uitgekiend, wat een groot pluspunt is. Ook het TFT-scherm en intuïtieve bediening ervan zijn van topkwaliteit. Het menu steekt goed in elkaar en in een knip heb je door hoe alles werkt. Er zijn gevestigde merken die hier een puntje aan kunnen zuigen.
Goed rapport
Al bij al zijn we aangenaam verrast door onze eerste kennismaking met het gamma van TVS. Wij konden met een zestal modellen rijden, van motoren tot scooters. De algemene indruk was positief. Onze focus lag op de twee sportiefste familieleden: de RR & RTR. Met deze twee motoren is er naar onze bescheiden mening veel plezier te beleven. De prijs lijkt ons correct, ongeveer 5.300 euro voor de RTR in z’n basisversie en 6.300 euro voor de full option-variant. De RTR zal te verkrijgen zijn in het geel, zwart en blauw. Voor de RR zijn er nog geen prijzen bekend.
Tekst: Jules Hermie
