The Go Show: waarom Gobert de meest getalenteerde racer ooit was (en waarom niet)
Anthony Gobert. Iedereen die ooit met z’n neus op het motorracen van de jaren ’90 zat, zal spontaan mijmeren bij het horen van z’n naam. Meteen gevolgd door de gedachte ‘Wat als…’ Anthony ‘The Go Show’ Gobert verdween ergens begin 21ste eeuw van de raceradar. Recent verschenen beelden online van een warrige, in het gezicht getatoeëerde en onherkenbare Gobert. Blijkt dat Gobert terminaal ziek is. Vier redenen waarom Anthony Gobert de meest getalenteerde motorracer ooit was. En één overheersende reden waarom niet…
Superrookie
Anthony Gobert wordt op 5 maart 1975 geboren in Greenacre, Australië onder een gunstig gesternte voor motorsporttalent. Hij wint in 1989 als 14-jarige z’n eerste Australische Supercross-titel en breit er nog een stuk of wat MX-titels aan vast. Een geweldige carrière lijkt in het verschiet te liggen, maar Gobert maakt onverwacht een overstap naar het wegracen. Hij wordt in z’n tweede seizoen Australisch Superbike-kampioen, maar verbrandt meteen z’n bruggen bij werkgever Honda, door aan het eind van z’n seizoen een wildcard te aanvaarden voor het WK Superbike op een Muzzy Kawasaki.
Met 19 jaar wordt hij de jongste rijder uit de WK Superbike-geschiedenis die vanaf pole positie een manche wint. Een record dat nog steeds achter z’n naam staat. Hij wint op hoogst spectaculaire wijze door Honda-topper Aaron Slight meermaals buitenom uit te remmen. In z’n tweede seizoen als volwaardig wegracer. Wie de beelden ooit heeft gezien, vergeet ze nooit. De beelden van Gobert op het podium, die met een bloedrooie haardos z’n pak in het publiek gooit en daarna in z’n onderbroek de halve fles champagne achterover drukt, zijn beelden die tekenend zouden worden voor wat zou volgen.
Supertalent
Mensen die het kunnen weten, spreken nog steeds in termen van ongeloof over Gobert’s talent. Z’n teamgenoot van 1996, de Kiwi Simon Crafar, noemt ‘m nog steeds de meest getalenteerde rijder waar hij ooit mee racete. En Crafar versloeg ooit vijfvoudig GP500-wereldkampioen Mick Doohan. Terry Vance, de teambaas van het Vans & Hines Ducati-team dat Gobert naar het Amerikaanse AMA Superbike haalde, beweert nog steeds dat Gobert even goed als Valentino Rossi had kunnen zijn. Hines probeerde alles om Gobert op de rails te krijgen, maar slaagde daar niet in. Stuart Shenton, die ooit samenwerkte met algemeen aanvaarde supertalenten als Freddie Spencer en Kevin Schwantz, noemt Gobert ook nog steeds de meest getalenteerde rijder met wie hij ooit werkte.
Superveelzijdig
Gobert is samen met Stéphane Mertens en Troy Corser de enige rijder die ooit races in het WK-Superbike won op drie verschillende merken. In het geval van Gobert betrof dat Kawasaki, Ducati en Bimota. De overwinning op een Bimota SB8K in 2000 was er eentje waarbij hij goed gokte en de juiste keuze maakte om op regenbanden te starten op ‘zijn’ Phillip Island. Maar Gobert, toen reeds allesbehalve fit, reed nog steeds het hele WK Superbike op een hoopje die dag. Op een Bimota.
Superremmer
Gobert z’n allergrootste talent was remmen. Aan het eind van een recht stuk zag je steevast hoe Gobert’s voorvork pas als laatste in elkaar dook. Tot de stuit. De eerder vernoemde Stuart Shenton zag ongezien hoge temperaturen op de carbon remschijven van Gobert’s Lucky Strike Suzuki RGV500 verschijnen. En hoe hij de voorvork telkens helemaal opgebruikte. Shenton stelde voor om zwaardere veren te monteren, maar Gobert vond dat niet nodig. Hij vroeg enkel of er in de pitbox een kooi mét danseres geïnstalleerd kon worden, wat bier in de koelkast mocht en ging in z’n befaamde opblaaszwembadje liggen bij z’n camper…
Supergetroubleerd
Anthony Gobert kwam niet uit een warm gezin. Z’n moeder dreigde er ooit mee z’n teamgenoot Simon Crafar neer te steken. Het gebrek aan een degelijke opvoeding zou ervoor zorgen dat Gobert nooit enige vorm van discipline zou etaleren. Als crosser sprak hij al openlijk over het roken van marihuana. Zowel bij Vance & Hines Ducati (twee keer) en Lucky Strike Suzuki zou hij tegen positieve drugstesten aanlopen. Daarnaast wordt z’n carrière doorspekt met ontelbare dronkemansverhalen, vechtpartijen en ‘geintjes’ als pissen in de helm van Mick Doohan. Nadat Kenny Roberts ‘m in 2000 een waterkans bood om z’n carrière uit het slop te halen, verliet Gobert de paddock. Een zoveelste gemiste kans. Hij zou enkel nog in het nieuws komen als broodjessmeerder in een lokale Subway, misdadiger die oude vrouwen van hun handtas probeerde beroven of hoe hij iemand te lijf ging met een baseballbat. Naast een ongemeen getalenteerde rijder bleek hij nóg harder de afgrond in te kunnen racen. Doodzonde.