Eerste test 2020 Ducati Scrambler 1100 Sport Pro: Titaantje
Ducati’s Scrambler is sinds de lancering in 2015 uitgegroeid tot een vaste waarde in het gamma van de mannen uit Bologna. Met zeven verschillende modellen en drie cilinderinhouden, is er voor elk wat wils. Wie de top uit het gamma wil, komt uit bij de nieuwe 1100 Sport Pro. Wij gingen hem testen.

Scrambler dynastie
Ducati bouwde voor 2015 ook al een Scrambler. Toen de dieren nog konden praten, was de originele Scrambler uit Borgo Panigale een lichte motor die zowel op als naast de weg kon bereden worden. Het mengen van die twee types motoren, scramblen, bezorgde de motor zijn naam. In 2015 dook de motor opnieuw op, maar met de nieuwe 1100 Sport Pro verwijdert Ducati zich van het originele idee. Dit is meer een roadster en hij leunt qua gebruik dichter aan bij een Monster dan bij een lichte alleskunner. Anderzijds zien we nog steeds dat oude vertrouwde desmodromische lucht-olie gekoelde tweecilinderblok en de styling die dan weer wél duidelijk naar de Scrambler familie verwijzen.

Ducati DNA
De 1100 is hoe dan ook de zwaarste jongen uit de familie en met de Sport versie laat Ducati zien dat ze zelfs bij dit type motoren hun sportieve DNA niet kunnen onderdrukken. Enter de Öhlins ophanging voor- en achteraan en een breder en plat stuur. Er is ook een ander zadel en een aangepaste uitlaat. De Fat Bar geeft je meteen ook een iets meer aanvallende rijhouding en als je dan toch in de aanval gaat, dan voel je meteen dat de Zweedse ophanging een duidelijke meerwaarde is.
Je kunt ze gaan aanpassen naar je persoonlijke wensen, maar op de Ardense wegen – die niet altijd even biljartvlak zijn – toonde de ophanging zich in standaardtrim gewoon foutloos. Wie 2.000 euro op overschot heeft, moet niet twijfelen. Tenminste: als je aan de basis al 13.490 euro veil hebt voor een luchtgekoelde naked. Het brengt ons meteen bij het grootste nadeel van de 1100 Pro Sport. Hij is prijzig. Maar dat zijn Europese concurrenten als de BMW R 1200 Ninety Scrambler (13.699) en Triumph 1200 Scrambler XC ook. De meerprijs van 2.000 euro voor de Öhlins vork en schokbreker is dan wel weer verantwoord.

Rij-modi
Motorisch verschilt de standaard Pro versie niet van de Sport-uitvoering. Rijden is met beide modellen een bijzonder aangename ervaring. Ondanks de grote longinhoud van de twin, is hij bijzonder soepel bij lage omwentelingssnelheden. Manoeuvreren is gemakkelijk en door het soepele motorkarakter heb je meestal ook de keuze tussen minstens twee versnellingen. Dit is geen hoogtoerige motor en rond de 5.000 opm. bereikt hij al zijn piek van 90 Nm. Heel precies zie dat niet op het LCD dashboard, en op een motor in deze prijsklasse zou een TFT-scherm dan ook op zijn plaats zijn. Navigeren tussen de drie beschikbare rijmodi doe je via een knop op de linkerstuurhelft en na enig zoekwerk kun je niet alleen de rij-modi kiezen, maar ook andere elektronische parameters gaan instellen, zoals de tractiecontrole. Zelfs in de hoogste modus – Active – blijft het blok soepel en de Scrambler 1100 is op geen enkel moment brutaal. Krachtig maar controleerbaar, zo hebben we het graag.

Gevarieerde test
Het blok is sterk genoeg om vlot het voorwiel in de lucht te heffen en als je stevig aan het gas gaat hangen, gaat het best snel vooruit. Ducati gaf zijn Scrambler een set hoogwaardige en radiaal gemonteerde Brembo’s mee en daarmee breng je de zware roadster vlot tot een halt. Ook hier, net als bij het blok en de ophanging, niks dan lof.
We reden een halve dag op Ardense wegen en zelfs met de grote diversiteit in ondergrond – van nieuw asfalt tot Fifty Shades of Grey – liet de Scrambler 1100 Pro zich op geen foutje betrappen.
Met Ducati ambassadeur en viervoudig wereldkampioen kayak Maxim Richard als metgezel, leerden we de nieuwste Duc kennen als een regelrechte funbike, maar ook als een volwassen roadster met een meer dan gemiddeld niveau van comfort en een verfijnde afwerking. We reden een halve dag op Ardense wegen en zelfs met de grote diversiteit in ondergrond – van nieuw asfalt tot Fifty Shades of Grey – liet de Scrambler 1100 Pro zich op geen foutje betrappen. Op dit soort stuurweggetjes is de Duc in zijn sas. Dat hij bijzonder stabiel is in het remmen en in de bochten, dankt de Duc niet alleen aan een uitgekiend rijwielgedeelte, maar ook aan de Pirelli MT60 RS banden die hun werk goed verrichten. Dat geeft vertrouwen, en vertrouwen is altijd belangrijk als je op zoek gaat naar limieten.
Nota aan al wie er aan twijfelt of de op de stuuruiteinden gemonteerde spiegels naar boven of naar onder gekanteld moeten worden: naar boven dus. Kies je ervoor om ze – zoals op onze testmotor – naar onder te kantelen, dan is er zelfs geen sprake van dat je slecht ziet in de spiegels. Je ziet de spiegels niet eens staan onder je voorarmen. No go zone.

Essentie
Terug naar het rijden op de limiet: dat hebben we met de Scrambler 1100 Pro echter niet gedaan. Niet uit tijdsgebrek of slechte wil, maar gewoon omdat dit geen motorfiets is die je op de limiet moet rijden. Dit is een motor die zowel bij het sportievere werk als in de drukte van een stad zorgeloos rijplezier biedt. Daar heb je geen chrono of kneedown voor nodig. Het is gewoon de essentie van motorrijden en de Scrambler 1100 Pro Sport zal op dat vlak niemand ontgoochelen.
Foto’s: Jonathan Godin

Technische specificaties
Motor
Type: Lucht-olie gekoelde L-twin,
Cilinderinhoud: 1.079 cc
Maximaal vermogen: 86 pk bij 7.250 opm.
Maximaal koppel: 90 Nm bij 4.750 opm.
Transmissie: 6 versnellingen
Eindoverbrenging: ketting
Rijwielgedeelte
Frame: stalen buizen frame
Voorvork: Öhlins upsd, volledig instelbaar
Achterschokbreker: Öhlins Monoshock, volledig instelbaar
Remmen voor: Dubbele 320 mm semi-zwevende schijven met radiaal gemonteerde Brembo vierzuiger remklauwen
Remmen achter: 240 mm schijf met dubbelzuiger remklauw
Voorwiel: 18 inch
Achterwiel: 17 inch
Afmetingen
Wielbasis: 1514 mm
Zithoogte: 810 mm
Rijklaar gewicht: 206 kg
Tankinhoud: 15 liter
Prijzen en garantie
Garantie: 2 jaar
België: 15.490 euro