Gas Gas SM700 vs Zero FXE: Zoef en Woef.
De slogan van William Lawson’s kwam even bij ons op net voor we met deze dubbeltest van start gingen: No rules, Great Scotch. Hier waren er wel een paar regels, maar toch vooral Great Fun.
Supermoto rijden staat immers synoniem voor fun. In een wereld die steeds meer verstrikt wordt door regels en belerende vingertjes, is het goed om vast te stellen dat fabrikanten toch ruimte blijven maken voor deze pretmakers. En wel op totaal verschillende manieren: een Zero FXE en een Gas Gas SM700 hebben eigenlijk niet zo veel gemeen. Toch beogen ze hetzelfde doel.
Even situeren
De nieuwe Gas Gas SM700 doet het met een 692,7cc mono, die 74 pk levert bij 8.000 omwentelingen en 73 Nm haalt bij 6.500. Verantwoordelijke voor die cijfers is het gekende, aan een zesbak (met Quickshifter+) gekoppelde twinspark LC4-blok, waarop KTM in de afgelopen 35 jaar een pak motoren heeft geënt. Bij dat blok horen nu ook ride-by-wire en een IMU die zowel de rijmodi (Street en Supermoto) als het Bosch bochten-ABS en de hellingshoekgevoelige tractiecontrole aanstuurt. Zero laat een 11 kW sterke A1-motor als een racemotor vooruitgaan en de 35 kW sterke A2 versie als een raket. We zijn dus eerder van van de FXE dan van Johnson. Dat komt zo: uit het A2 ZF 7.2 Cypher II krachtbron, tovert Zero maar liefst 106 Nm. Er is keuze tussen een A2 en A1 versie, dus ook als 18-jarige of als houder van een rijbewijs-B mag je je op deze raket voortbewegen. Bovendien is de Zero laagdrempelig, wegens geen koppeling en geen versnellingen. En hij is compact.
Sidderaal
In vergelijking met de GasGas is de Zero ronduit klein. En dat pas perfect bij deze motor. Een Zero kan alles wat een ‘gewone’ motorfiets ook kan, maar de FXE is een motorfiets voor in het (groot)stedelijk verkeer. Of in de huidige spreektaal: eentje voor urban mobility. In die omgeving, met veel verkeer, verkeerslichten en files, is de FXE een vis in het water. Of eerder eer sidderaal dan. De motor is licht (153 kilo), rank en wendbaar. Je kan bij wijze van spreken keren op een vel A4-papier. Het is een motor in je reinste supermoto-stijl die je door zijn gebruiksgemak te pas en te onpas zal gebruiken. Opstappen en wegwezen is het devies.
Zoef en woef
Dat geldt ook voor de Gas Gas, maar die heeft een breder gebruiksspectrum. Zijn biotoop situeert zich vooral op secundaire wegen. Voor het gevecht in de Urban Jungle is hij klaar, maar net iets minder dan de zoevende FXE die nòg wendbaarder en compacter is. En stiller. De Gas Gas is duidelijk ‘in your face’ en daar hoort een nadrukkelijke blaf bij. En het pas ook bij deze lefgozer. Hij heeft het vermogen om op open secundaire wegen gelijk welke naked of sportmotor het nakijken te geven en een fun factor die nauwelijks te evenaren is. Hij wheeliet makkelijk, laat het ABS vlot uitschakelen en heeft het potentieel om zelfs op een klein circuit voor hopen rijplezier te zorgen.
Hetzelfde maar anders
Algemeen bekeken, is de Gas Gas veelzijdiger dan de Zero. Die laatste is dan weer in het voordeel in puur stadsverkeer en hij is goedkoper om mee te rijden. Niét in aankoop, want de Zero kost 13.880 euro en dat is net geen 2500 euro duurder dan de Oostenrijker. Nu komt de overheid in België tussen in de vorm van een belastingsvermindering van 15 procent met een maximum van 3140 euro. Dat is 2080 eur in het geval van de FXE. Waarmee beide motoren – voor partikulieren die belastingen betalen – ongeveer even duur (of goedkoop) zijn. Maar wel grondig verschillend.
David of Goliath?
Met een zadelhoogte van 898mm is de Gas Gas niet gericht op wie achteraan stond toen de lengtes werden uitgegeeld. De Zero is een stuk lager en compacter met 836 mm zadelhoogte. Gek genoeg houden David en Goliath bij een sprint mekaar vrijwel in evenwicht. In de allereerste meters is er geen houden aan de koppelingsloze Amerikaan die onmiddellijk alle vermogen ter beschikking heeft. Hij is ook bijzonder effectief in zijn vermogensafgifte en wheeliet nauwelijks als je dat niet wilt. Na enkele seconden houdt de Gas Gas echter gelijke tred en later gaat ie er zelfs over. Stadssprintjes zijn voor de Zero. Op open wegen is de Gas Gas het sterkst. En als het echt om de knikkers gaat, haalt de Oostenrijkse Spanjaard ook nog voordeel uit een superieur rijwielgedeelte. De Zero heeft dan weer een streepje voor bij wie zuinig en/of ecologisch motorrijden benadert.
Modi
De Zero is een vinnig kereltje, de Gas Gas een waar beest. De eerste twist aan het gashendel maakt duidelijk dat de troef van deze motor zich onderin schuilhoudt? Een soepele pick-up van onderin kan in Mode 1 (Street) amper verhullen dat deze Supermoto met z’n neus de lucht in wil, maar in Mode 2 (Supermoto) gaat het ABS achteraan uit, verandert de tractiecontrole naar Supermoto-modus en zijn drifts en wheelies niet meer te vermijden. Alsof je dat zou willen.
Op de Zero reden we liefst in de Sport modus. De Eco modus geeft iets meer motorrem en moet het blok wat laten opladen, maar dat is minimaal. In de praktijk hangt ie na ongeveer 120 km aan de stekker. Wie niet zo lang wacht, zal ook minder dan 9 uur moeten opladen. Deze FXE is niet uitgerust met een snellaadsysteem en die optie is ook niet beschikbaar. We deden zoals met onze smartphone: ’s nachts opladen, overdag rijden. En op secundaire wegen en stadsbaantjes, heb je toch voor een kleine drie uur rijplezier aan boord. Het is een extra reden waarom je op een snelweg niks te zoeken hebt met de FXE.
Puur genieten
Op de Gas Gas heb je minder oog voor de autonomie. En bij de minste twist aan het gas stuw je het voorwiel omhoog, waarna de bak onder impuls van de quickshifter magistraal door de versnellingen tikt. Hé, ook hier is geen koppeling nodig voor een wheelie. Maar het helpt wel om zelfs bij lage omwentelingssnelheden het voorwiel even boven je hoofd te plaatsen. Heerlijk is ook dat de aanvankelijke koppelstoot niet beperkt is tot onderin: net voorbij halverwege de toerenschaal zit een flinke portie power verscholen, die je in geen tijd richting de volgende knik in het asfalt jaagt. Wat getril in hogere toeren neem je al snel voor lief. Daarbij blijken de ophanging en het lage gewicht perfect toegesneden op het kwieke gooi-en-smijtwerk: te allen tijde stabiel, makkelijk rijdend bij te stellen dankzij de vleugelschroeven op de vorkpoten én genieten van de lange veerwegen op ruwer asfalt. Maar ook onder flinke remdruk van de (enkele, maar ruimschoots volstaande) Brembo vierzuigers – die je overigens met een enkele vinger bedient – niet uit hun lood te slaan. Insturen, been uitzwaaien, motor onder je wegdrukken en schrap zetten voor je volgende twist aan ‘t gas. Heerlijk.
Persoonlijke keuze
De SM is Gas Gas’ eerste stap op het asfalt en ze mikken recht in de roos. Zero van zijn kant doet alles wat ze doen bij voorkeur op asfalt, maar geen van hun motoren heeft een even hoog fun gehalte als de FXE. Het eerder sobere grijs laat dat niet vermoeden, dus wat ons betreft, mag er wel eens een versie komen met een wat levendiger kleurstelling. Zoals dat rood van Gas Gas, een absoluut goed gekozen kleur. Beide motoren tonen hoe verschillend je SM kunt benaderen. En volgens Hot Marijke zijn er nog andere manieren. Maar in elk geval zijn de motoren elk op hun domein absolute toppers. De Gas Gas is breder inzetbaar, de FXE is onklopbaar in de stad. Maar op beide motorfietsen is het fun gehalte bijzonder hoog. En dus zijn zowel Gas Gas als Zero in hun opdracht geslaagd. Aan de klant om te kiezen wat het best bij hem of haar past.
Foto’s: Cornelio Longo