Test Mercedes EQE: druppelvorm voor meer bereik

De elektrische Mercedes EQE deelt zijn druppelvorm met de grotere EQS, maar is er niet zomaar een wat kleinere uitvoering van. Het Duitse merk positioneert hem als elektrisch alternatief voor de E-KIasse.

Van de EQA, de EQB en de EQC over de EQS en de EQV breidt het gamma van elektrische Mercedessen snel uit. Het voorlopig nieuwste lid van de familie is deze EQE, die door zijn naamgeving suggereert dat hij door Mercedes wordt gepositioneerd als elektrische E-Klasse, zoals bij de EQS de S van !Sonderklasse” naar de S-Klasse verwijst. Los van de E in de naam heeft de EQE niets gemeen met die berline met verbrandingsmotoren en wordt hij ook niet de vervanger van dat model.

Druppelvorm

Net als bij de 27 centimeter langere EQS valt de aerodynamische druppelvorm van de EQE op, al loopt die hier in tegenstelling tot bij de grotere broer niet uit op een vijfde deur maar wel op een klassieke kofferklep die een minder grote opening vrijmaakt. Ook de laadruimte zelf is in de EQE, waarvan de koffer 430 liter kan bevatten, aanzienlijk (180 liter) kleiner dan in de EQS.

Comforttopper

Comfort is wel een van de grootste troeven van de EQE, die in het geval van onze testwagen, een Launch Edition-uitvoering, voorzien was van de ultracomfortabele Multicontourzetels met actieve kussens, massage, verwarming- en ventilatie en de Airmatic-luchtvering, waardoor het ophangingscomfort zelfs met de optionele AMG-velgen van 21 duim voortreffelijk was. Ook de kwaliteit van het Burmester-audiosysteem, de reactiesnelheid van het infotainment, de afwerking van het geheel en de gebruikte materialen (op het zwarte plastic op de middenconsole na) mogen tot voorbeeld strekken voor anderen. Daarnaast is het ook erg opvallend hoe stil het aan boord van de EQE is, zelfs op de autosnelweg of op minder goede ondergrond.

(Voorlopig) twee versies

In afwachting van het verkrijgbaar worden van de EQE 500 4MATIC en de EQE AMG 53 4MATIC+ bestaat het gamma uit een EQE AMG 43 4MATIC met 476 pk en deze EQE 350+, die als basismodel uitpakt met één elektromotor op de achteras en achterwielaandrijving. De motor levert 292 pk en 565 Nm en staat daarmee garant voor een pittige 6,4 seconden-sprint naar de honderd. Het viel ons op dat deze EQE ondanks zijn leeggewicht van 2,4 ton en zijn al bij al beperkte vermogen toch een vinnige indruk naliet. Remmen kan natuurlijk met het rempedaal, maar is amper nodig als je de via de peddels achter het stuur in drie standen instelbare regeneratiekracht op zijn maximale stand zet. Het is dan bijna mogelijk om aan One Pedal Driving te doen en zo amper of geen gebruik te moeten maken van de schijfremmen. Wie liever een klassieker rijgevoel heeft kan altijd kiezen voor de automatische stand of de regeneratie beperken en zo op de vertrouwde manier omgaan met het rempedaal.

Meer dan ver genoeg

Volgens WLTP raak je met de 350+ tot 646 kilometer ver op één batterijlading, met dank aan de lithium-ionaccu van 90,5 kWh netto. Die is dan wel 10 procent kleiner dan het exemplaar van de EQS, maar de EQE is ook compacter en raakte in de praktijk met ons gemiddeld stroomverbruik van 20,0 kWh/100 km 452 kilometer ver met een volle batterij (en met alle settings in ecomodus volgens de boordcomputer zelfs tot 580 kilometer). Dat je met een rijbereik van meer dan 450 kilometer hoe dan ook nooit een probleem hebt om je bestemming te bereiken is alvast een zorg minder voor de koper van de EQE. Die kan de batterij aan snelladers opladen aan maximaal 170 kW, wat absoluut geen uitzonderlijke waarde is en ook 30 kW minder dan bij de EQS, maar in ideale omstandigheden wel voor 250 kilometer aan extra rijbereik kan zorgen in een kwartiertje. Voor die ideale omstandigheden zijn dan wel een qua temperatuur gepreconditioneerde batterij en een geschikte laadinstallatie vereist, want anders zal de laadsnelheid beperkt worden tot 100 kW. Aangezien snelladen de uitzondering is en thuis of op kantoor laden de regel, is het vooral de boordlader die zal worden gebruikt. Die kan standaard 11 kW aan en in de toekomst optioneel ook 22 kW.

Jammer maar helaas

Perfectie is niet van deze wereld, dat weten we, en dat geldt ook voor deze EQE, die ondanks zijn basisprijs van € _78.650, en € _104.302 in het geval van onze volledig uitgeruste testwagen met AMG Line pack, op geen enkele zitplaats beschikt over handgrepen aan de dakhemel boven de portieren en zondigt door het gebruik van zwart glanzend plastic op de middenconsole. Dat ziet er alleen mooi uit als de auto nieuw is en het interieur net afgestoft is, want de kleinste stofjes en krasjes doen het geheel er meteen veel minder premium uitzien. Een ander minder puntje is het zicht naar achteren, dat door de kleine achterruit niet optimaal is, al maakt de achteruitrijcamera dat grotendeels goed. Daarbij niet bepaald geholpen door de chipcrisis heeft Mercedes zijn uitrustingsbeleid moeten bijsturen en is het enorme hyperscreen, dat zijn intrede maakte bij de EQS, op de EQE 350+ niet verkrijgbaar. Wie dat toch in zijn EQE wil zal moeten opleggen voor de EQE AMG 43 4MATIC (€ _106.480), die er als optie over kan beschikken.

450 km

Met ons testverbruik van 20,0 kWh/100 km, na een hele week rustig rijden, genietend van het comfort en de stilte aan boord, raakten we moeiteloos 450 kilometer ver met één batterijlading. Wie de EQE koopt om voorin te zitten heeft geen reden tot klagen, achterin is het comfort minder goed, maar dat is niet anders bij de duurdere en grotere EQS. De koffer is dan weer niet zo groot als die van zijn grotere broer en enkele lacunes en details zorgen voor een net niet perfect rapport. Wie bereid en in staat is om de hoge aankoopsom op tafel te leggen zal zich hoe dan ook snel kunnen verzoenen met elektrisch rijden in de hogere klasse.

Tekst: Stijn Blanckaert

Foto’s: Mercedes