Vier minuten vragenvuur na de eerste test van de 2021 Triumph Speed Triple RS

Onze Man reed zopas de eerste test met de 2021 Triumph Speed Triple RS. Triumph maakte de motor (veel) sterker en lichter, maar claimt dat de Speed toch heel herkenbaar blijft. Nog voor hij de het zweet van het aanzienlijke voorhoofd veegde, belden we Onze Man voor zijn bevindingen.

MotorNieuws: En, heb je het gevoeld?

Thierry Sarasyn: Wat gevoeld?

MotorNieuws: The Need for Speed!

Sarasyn: (lacht) Ha just, Talk to me Goose! Wel, je vraag is terecht, in die zin dat de Speed Triple RS je echt wel zin geeft om snel en sportief te rijden. Triumph heeft er 30 pk aan toegevoegd, goed voor 180 pk onder je kont. In combinatie met 127 Nm en vooral een gewichtsverlies van 10 kg – tot 198 kg rijklaar – betekent dit dat het sportieve potentieel nog een stuk groter is dan het al was. Even ter herinnering: met de vorige versie reden we – ook al tot onze tevredenheid – tijdens de perstest op het circuit van Almeria. Nu hadden we een halve dag in de Pyreneën en een namiddag op het circuit van Pau Arnos.

MotorNieuws: Lichter, sterken en sportiever. Is hij dan nog wel herkenbaar als een Speed Triple?

Sarasyn: Absoluut. Het design is herkenbaar met die dubbele koplamp, de enkelzijdige swingarm en die driepitter. Ook het karakter en het rijgevoel roepen een bekend gevoel op. Maar er is gewoon veel méér; een nog groter potentieel. De motor doet nog altijd exact wat je van een Speed Triple verwacht, maar het potentieel is nog pakken groter geworden. Het is de verdienste van Triumph dat ze dat extra potentieel konden toevoegen zonder aan de ziel van de motor te raken.

MotorNieuws: Is het dan meer een circuitmotor dan een wegmotor?

Sarasyn: Neen. We reden in de voormiddag tot op de top van de Aubisque. Onder redelijk unieke omstandigheden, want de berg is nog tot begin mei afgesloten. Dus er was nauwelijks verkeer, maar het was wel warm genoeg om tot op de top te rijden en de motor grondig te testen. Het is me nog niet vaak overkomen dat een motor in eerste of tweede versnelling gewoon het voorwiel omhoog gooit als je vol op het gas gaat. En dan heb ik het niet over een beetje zweven he. Echt het voorwiel de lucht in. Wel, de Speed Triple RS doet dat. Weliswaar enkel in de Sport modus en als je in één kaar het gas in het hoek draait, maar toch, het koppel onderin is indrukwekkend. En dan komt dat extra topvermogen er nog bij. Dat voel je maar als je boven de 6.500 tpm gaat rijden. Dan gaat het echt hard.

MotorNieuws: En dat is dan vooral nuttig op circuit?

Sarasyn: Inderdaad. We hebben op de weg ook wel onfatsoenlijk hard gereden, maar om echt veilig het vermogen te benutten, is het circuit de beste plek. En de Speed Triple RS kan dat werk nu beter dan ooit aan. Uitstekende Öhlins ophanging, top stoppers van Brembo, en een stabiel chassis. Heerlijk spul. The Need for Speed wordt helemaal voldaan op circuit. Temeer omdat de nieuwe up-en-down quickshifter ronduit fantastisch werkt.

MotorNieuws: We horen geen minpunten…

Sarasyn: Dat komt omdat er geen echte negatieve punten zijn. Detailkritiek zou kunnen zijn dat de spiegels bij hoge omwentelnigssnelheden gaan trillen. Maar dat is muggenziften om in een bijzonder knap totaalpakket toch maar een opmerking te kunnen geven. Ik vind het vooral erg dat er geen duurtest in de MotorNieuws garage staat (lacht).

MotorNieuws: Dan moet het venijn in de staart zitten. De prijs?

Sarasyn: De Speed Triple RS is geen koopje. En het is evenmin de goedkoopste zware naked op de markt. Maar als je naar het gebruikte materiaal kijkt, de hoogwaardige afwerking die we van Triumph gewoon zijn en de hiervoor genoemde troeven, dan is 17.800 euro een correcte prijs.

MotorNieuws: En nu?

Sarasyn: Zien dat ik binnen de 12 uur terug in België sta of ik heb een quarantaine van 10 dagen aan mijn been.

MotorNieuws: Ach, doe maar rustig, chef…

Lees morgen de meer uitgebreide test op MotorNieuws en vanaf 7 mei de nog ruimere testreportage in Motor Magazine!

Meer weten over de 2021 Triumph Speed Triple RS? Klik hier