Interview Mathieu Liebaert: vijfde in de Africa Eco Race 2025!
Als ‘amateur’ – nu ja, wat heet, als je eerder onder meer de Dakar Rally en de Morocco Desert Challenge hebt gereden – finishte onze landgenoot Mathieu Liebaert in de Africa Eco Race 2025 als vijfde overall, als derde in de 450cc-klasse en als beste Belg bij de motorrijders. Een waanzinnig resultaat, waarmee de jonge Deinzenaar trots tussen de fabrieksrijders in staat. Wij krijgen daags na z’n terugkeer uit Senegal al aan de lijn.
Motornieuws: Proficiat met je vijfde plaats, en niet te vergeten ook met je derde plaats tijdens de etappe van vrijdag. Een heel straffe prestatie, tussen absolute wereldkleppers!
Mathieu Liebaert: “Merci!” (lacht) “Goh, de Africa Eco Race is natuurlijk geen Dakar Rally, hé. Maar qua uitslag is ‘t uiteraard wel mooi!”
MN: Je bent sinds gisteren terug thuis. Wat doet een mens, meteen na zo’n exploot?
Liebaert: “Een beetje ruimte laten voor decompressie, in eerste instantie. Maar ik probeer niet te veel stil te zitten. Vandaag ben ik alweer aan ‘t werk!” (lacht) “Dat is direct een heel ander ritme, na twee weken als een robot geleefd te hebben. Dat vaste stramien – wakker worden, matras leeglaten en oprollen, tent afbreken,… – is meteen doorbroken. De komende twee weken zal ik iets minder sporten om te bekomen, en iets vroeger gaan slapen.”
MN: Maak je makkelijk zelf opnieuw die switch tussen het avontuurlijke van zo’n rally en je dagdagelijkse job?
Liebaert: “Eigenlijk wel, ja. Ik ben het intussen gewoon. Na m’n deelname aan Dakar had ik ook zo’n periode waarin ik niet goed besefte wat er mij net was overkomen en wat ik had meegemaakt. Je bent noodgedwongen zo geconcentreerd, dat je nadien even het tijdsbesef kwijt bent. De eerste rijdag lijkt zò lang geleden, terwijl dat amper twee weken geleden is. Vraag mij niet meer wat er op pakweg dag zeven gebeurd is, en of we toen duinen gereden hebben – ik weet het niet meer. Da’s raar. Gelukkig zijn er veel foto’s en video’s om de herinneringen levend te houden!”
MN: Wat is voor jou het grote verschil tussen de Africa Eco Race en de Dakar Rally?
Liebaert: “Voor mij zit het grote verschil ‘m erin dat er minder liaisons of verbindingsritten zijn. De Africa Eco Race is ruwweg 6.000 kilometer in totaal, verspreid over 12 dagen – de Dakar Rally is meer dan 8.000 kilometer lang, over 12-13 dagen. Dus minstens 2.000 kilometer aan verbindingsritten minder, dat is al een groot verschil. Op zich zijn de etappes of stages vergelijkbaar qua lengte (en tijdsduur). Ook de toppers zitten 4,5 tot 6 uur in het zadel. Maar naar aanvoelen zijn de specials in de Dakar Rally wat fysieker, extremer – één van de hoofdredenen waarom ik ‘m ooit zeker opnieuw wil rijden. Dat ligt mij wel.” (lacht) “Een ander groot verschil is het navigeren – daar had ik mij aanvankelijk wat op verkeken. Je navigeert in de AER veel meer in rechte lijn. Logisch, aangezien je in Dakar moet geraken, en er dus niet veel tijd is om lussen te rijden. Vaak had je 18 à 20 kilometer tussen je plaatjes op het roadbook, waardoor je zelfs op etappes van 480 kilometer héél weinig aanwijzingen had. Veel rechte pistes, en lange, snelle stukken – dat is echt een opvallend verschil. In Stage 10 bijvoorbeeld, was er na de ‘refuel’ een stuk van 150 kilometer quasi rechtdoor, waarbij je constant snelheden haalt van 130 km/u en meer. Waanzin.”
“Verder rijd je ook minder en minder grote duinen – enkel in Mauretanië hebben we wat zachte duinen gereden. Maar nooit van het kaliber van de Dakar Rally. Maar tijdens de Dakar had ik dan wel weer meer comfort, aangezien ik toen begeleid werd door een team met trailer. ‘s Avonds was die lekker warm voor een goede nachtrust, en overdag kon hij via airco lekker afgekoeld worden. Die luxe was er nu niet, waardoor het allemaal ook een stuk fysieker aanvoelt.”
MN: De AER is natuurlijk iets meer ‘back to the basics’, en geënt op de oorspronkelijke opzet van de Dakar Rally, inclusief start in Europa en finish aan het Lac Rose. Is die geschiedenis voor jou belangrijk?
Liebaert: “Als rallypiloot is dat opzet wel uniek, vind ik. Terug naar de roots, het heeft iets mythisch. Je doorkruist ook landen die je normaal misschien niet zou bezoeken. Met alle respect, maar de westelijke Sahara of Mauretanië stonden niet meteen op mijn ‘to do’-lijstje. Maar vooral Mauretanië bleek prachtig te zijn, ongelofelijk. Wilde natuur, enorme en eindeloze canyons waardoor je je in de VS waant,… Senegal was dan weer een tegenvaller, voor mij. Begrijp mij niet verkeerd: ‘t was een hele mooie rally, de organisatie was top, en het was voor mij persoonlijk ook avontuurlijker dan de Dakar Rally. Maar de finish aan het Lac Rose vond ik persoonlijk nu niet zo speciaal. Op internet lijkt het alvast veel mooier dan in realiteit, maar het blijft natuurlijk wel een speciale plaats door de Dakar Rally”
“De laatste etappe – met finish na 10 kilometer op het strand van het Lac Rose – is episch, hé. Gelijkaardig aan het gevoel van de openingsetappe op Plage Blanche tijdens de Morocco Desert Challenge. Kilometers aan een stuk over een strand knallen, met een helikopter die je achtervolgt – als motard is dat kicken, hé! Maar de hoeveelheid afval en plastic op dat strand is ongezien. Echt waar, mijn grootste vrees was tegen een plastic bidon knallen en m’n klassement vergooien tijdens de laatste kilometers!” (lacht)
MN: In een vorig interview vertelde je me dat je navigatieskills een grote troef zijn – met dank aan je pilotenopleiding. Heb je daaraan ook je goede klassement te danken in de AER?
Liebaert: “Misschien wel, al was het navigeren heel anders dan in de Dakar Rally – waardoor ik ook een paar fouten heb gemaakt die mij veel tijd hebben gekost. In Dakar startte ik bijvoorbeeld altijd in de tweede helft, waardoor er al veel sporen liggen en het navigeren aanvankelijk meevalt. Nu vertrok ik steeds in de Top 10, dus moet je meteen op scherp staan. De combinatie van grote pistes en weinig voorgangers was niet altijd ideaal. Op een bepaald moment reed ik meteen na de eerste drie in de race, en heb ik de fout gemaakt om af te gaan op hun traject, op een moment dat ik twijfelde. Zij hebben die dag een uur verloren, ik had gelukkig na een kwartier door dat ik op de verkeerde piste zat. Een fout is zo snel gemaakt. Jammer genoeg – voor mij althans – was het eigenlijk maar in twee à drie stages van de twaalf echt lastig om te navigeren, wat in mijn voordeel had kunnen zijn. Ik had niet de snelheid van de toppers, maar heb al navigerend wel veel goedgemaakt.”
MN: Op welke vlakken heb je stappen gezet, naar jouw gevoel?
Liebaert: “Ik ben nu sowieso sneller dan in de Dakar Rally – makkelijk 5 à 10 procent sneller. Niet dat ik al in de buurt kom van de fabrieksrijders, hé. Maar ik heb er minder problemen mee om hard te gaan. Een top 50 in de Dakar Rally zou, in theorie, haalbaar moeten zijn, naar mijn aanvoelen. Al spreek ik mij niet graag uit over toekomstige rally’s en de bijbehorende ambities, omdat je nooit weet wie meedoet en wat er tijdens de race gebeurt. Kijk naar wat er met een topper als Pol Tarres is gebeurd tijdens de AER…”
MN: In de Dakar Rally reed je met een KTM 450 Rally Replica – ben je ook met die motor aan de start van de Africa Eco Race gekomen?
Liebaert: “Ja en neen. ‘t Is exact hetzelfde type motor, maar de motor van Dakar had er intussen 350 pure rally-uren op zitten. Hoewel die motor eigenlijk nog perfect was, wilde ik liever het risico niet nemen om nog eens 80 uren keiharde rally te rijden. Ik heb een nieuwere tweedehands motor gekocht, met minder draaiuren. Voor mij is de KTM 450 Rally Replica trouwens echt een perfecte motor – meer kan je je als ‘amateur’-rallyrijder echt niet wensen. Dat ding kan zoveel hebben, en gaat niet kapot, wat je ook probeert. Je zou écht al je best moeten doen!” (lacht)
MN: Wat was het meest memorabele moment van de Race?
Liebaert: “Het zijn er een paar! De verbinding na de eerste dag was er zo eentje: 200 kilometer naar de proloog, én vooral de 500 kilometer erna. Dwars over de Atlas, waarbij we de laatste 100 in het pikdonker hebben afgelegd. Slalommend tussen camions, dieren en fietsers zonder verlichting. Lang geleden dat ik mij nog zo op mijn ongemak gevoeld heb op een motor!”
“Maar ook de kou ‘s nachts ga ik niet snel vergeten. Handschoenen, een buff en een muts aan in mijn slaapzak, vier lagen boven elkaar en nog liggen rillen van de kou. Dat was echt ongelofelijk, ik wist niet wat er gebeurde.” (lacht) “En tot slot de rit waarin ik derde werd – finishen na twee fabrieksrijders, dat is een moment dat je nooit meer vergeet. Schitterend. “
MN: Zien we je in 2026 terug in de Dakar Rally? Of waar liggen de ambities dit jaar?
Liebaert: “Goh, het wordt een druk jaar op het werk, in 2025. Sowieso wil ik dit jaar de 1000 Dunas Raid doen, met mijn vader en mijn broer – het lijkt mij zalig om dat gevoel eens te delen met hen. En misschien mik ik wel op een plaatsje als copiloot in een auto voor de Dakar Rally. Daarover had ik al met een paar mensen gesproken, aangezien ik graag en goed navigeer. Op die manier kan ik al doende nog wat bijleren qua navigatie – dat kan mij later enkel goed uitkomen als ik nog een kans waag op de motor. Misschien al in 2027?” (lacht)