5 minuten met John McGuiness en Dean Harisson: “Ik heb grotere ballen”
Door de regen werden op de voorbije TT heel wat races verplaatst. Onze Man op Man had dus een beetje extra vrije tijd. Wat doet een beetje journalist dan? Twee legendes interviewen natuurlijk. Honda rijders John McGuiness en Dean Harisson gingen zitten voor een goede babbel. Als je niet kunt racen, is erover praten het beste alternatief.
MotorNieuws: Dean, de races worden voortdurend uitgesteld. Is dat niet vervelend als je helemaal klaar bent om te racen en telkens weer moet wachten?
Dean Harisson: Het stoort me niet. Ik maak er een punt van om met niet druk te maken in zaken waar ik niks kan aan veranderen. Het weer is wat het is, de beslissing om niet te rijden geldt voor iedereen; dus ik wacht gewoon af. En ik geef al eens interview. (lacht). En ik drink thee en eet wat koekjes.
MotorNieuws: Hé, dat is precies wat wij hier ook doen.
Harisson: (wijst naar wat ooit een six pack was) Néé man. Niet zòveel cookies (lacht)
MotorNieuws: Funny. Er staat hier een standaard Fireblade in de Honda hospitality. Is dat de motor waarmee je hier enkele rondjes reed?
Harisson: Yep, dat is ‘m. Het ging verrassend goed. Ik was met deze stockmotor maar een paar seconden trager dan met de superbike. De Blade zoals je ‘m koopt bij de dealer is werkelijk héél goed. Alles werkt zoals op mijn wedstrijdmotor, schakelgedrag, quickshifter, de balans, de acceleratie, het verschil is echt heel klein. En het vermogen is er gewoon, he.
MotorNieuws: Is het moeilijk om je aan een andere motor aan te passen?
Harisson: Goh, ik rijd niet alleen maar met mijn wedstrijdmotor he. Ik ga graag met mijn dirtbike rijden, ik hou van off road in het algemeen, maar ook hard enduro. Dat extreme ligt me wel. Dus ik pas me wel vlot aan. De Fireblade is ook totaal anders dan mijn vorige motor (Harisson komt van Kawasaki, waarmee hij in ’19 de Senior TT won, T.S.), de balans is anders, de gasrespons verschillend, de zithouding, het vermogen… toch heb ik me vlot kunnen aanpassen. De Honda’s bevallen me uitstekend. En het team is leuk om in te werken. I’m a happy man!
MotorNieuws: Circuitrijders kunnen op een racetrack trainen. Je kunt onmogelijk op dit eiland komen trainen. Hoe pak je dat aan?
Harisson: Wel, ik rijd nog het Brits SBK kampioenschap en dat is een competitie op zich. Maar TT races zijn op een andere manier hard. Het fysieke deel speelt een belangrijke(r)e rol. Zo’n Senior TT duur normaal zes ronden (dit jaar waren het er door het ingekorte programma maar vier, T.S.) en dan ben je ruim anderhalf uur op de limiet aan het rijden. Dat vergt concentratie. En een zeer goede conditie. Iedereen denkt dat de bochten het lastigst zijn, maar dat is niet het geval. De wind aan hoge snelheden: dàt is de grote challenger. Daarom wordt er al eens geopteerd voor een grotere kuip met meer comfort. Gewoon omdat die wind aan 300 km per uur een hele zware tegenstander is… Maar om op je vraag terug te komen: ik denk dat we net zo hard trainen als pakweg een MotoGP-rijder.
John McGuiness: (pikt in). Dat blijkt dus voor iedereen anders te zijn. Ik train eigenlijk niet. (lacht) Ik rijd vooral vaak met de motor. Iedereen doet het zoals het hem of haar best past. Ik ben geen trainingsbeest. Maar ik heb mijn ervaring als extra troef. En natuurlijk the biggest balls (houdt het gezicht ernstig). Dat is erg belangrijk.
MotorNieuws: Hoe belangrijk is die ervaring?
McGuiness: Jonkies onder de 20 kunnen hier naar mijn mening maar beter wegblijven. Die zijn nog te hevig. Kom hier rond je 21ste en neem je tijd om te leren. Je hebt daar veel tijd voor, want pas na je dertig ben je voor dit soort werk op je best. Daarna kun je het nog lang volhouden. Kijk naar mij. Ik ben nog even snel als ik 10 jaar geleden was en toen won ik nog. Waarom dat nu niet meer zo is? De rest is gewoon nog wat sneller geworden. Maar ik sta mijn mannetje nog op mijn 53ste. En de druk ligt bij hen. Ik heb niks meer te bewijzen, zij moeten nog héél veel winnen.
MotorNieuws: Je kent het circuit hier in Man op je duimpje, maar verandert het ook soms?
McGuiness: Je bedoelt het asfalt? Ja absoluut. Ieder jaar is het hier anders.
Harrisson: (pikt in) Dit zijn publieke wegen he. Er zijn elk jaar wel hier of daar wegenwerken geweest. Asfalt verandert, de hobbels verdwijnen of er komen erbij. Het is telkens weer een beetje leren hoe het circuit er bij ligt. Maar de wegenwerkers hier op Man doen uitstekend hun werk! Maar de hobbels zijn er natuurlijk. Wie hier zelf een rondje komt rijden, zal het wel héél hobbelig vinden, maar hoe sneller je gaat, hoe minder erg dat is. Je vliegt er als het ware over.
MotorNieuws: John, tot slot: geen vraag, maar eerder nood aan advies. Je zei me daarnet dat je heel wat motoren bijgehouden hebt en er in totaal een 80-tal in je bezit hebt. De motor die je recent van Honda kreeg na je honderdste start, heb je in je huis geplaatst. Niet echt naar de zin van je vrouw. Hoe heb je haar kunnen ompraten?
McGuiness: (Lacht) Mate, ik heb haar niet echt overhaald. Kijk, je moet er niet te veel over nadenken en de motor gewoon plaatsen waar je hem wilt, zonder iets te vragen. Je vrouw? Die zal boos worden, wellicht een week niet tegen je praten, maar ze zal je niet verlaten. Nadat die boosheid over is, staat je motor mooi in het huis. Zo doe je dat!
MotorNieuws: Bedankt voor de tip en veel succes aan jullie beide!
Een dag na dit interview stuurden Dean Harisson en John McGuiness hun Honda respectievelijk naar de derde en vijfde plaats in de Senior TT.