Bestemming Noordkaap deel 2: Fjord fiesta
In deel 1 van deze reportage trokken we via het Duitse Kiel per ferry naar het Noorse vasteland. De eerste kennismaking met de Noorse natuurpracht deed ons alleen maar meer uitkijken naar wat zou volgen. We pikken de draad op in Geiranger en trekken steeds meer noordelijk via de toeristische route 17. Langs magnifieke fjorden en fabelachtige landschappen.
FOTO’S: Quinten Ruelens & Tobias Lory
Etappe 4: Geiranger – Trondheim
De weg naar Trondheim is bezaaid met ellenlange tunnels – zelfs met rotondes erin – en fraaie bruggen. We rijden via de Atlantic Road en de befaamde glooiende Storseisundet-brug richting Kristiansund en vervolgens Trondheim. Daar verblijven we wat langer om even rust in te lassen. We nemen er intrek in een Airbnb beheerd door enkele Noorse studenten om eens een deftig bed en een wasmachine te hebben na enkele dagen kamperen – geen overbodige luxe.
Trondheim zelf verrast ons. Het is er aangenaam zonnig en omdat het weekend is, bruist het Noorse hipsterstadje met livemuziek en een marktje met streekproducten. De elandenworst die we niet konden laten liggen zag er goed uit, maar z’n smaak was het helaas niet. Tijdens deze onvoorziene citytrip plotten we op een zonovergoten terrasje, en in het gezelschap van een – uiteraard – veel te dure pint, de rest van onze route meer in detail.
Etappe 5: Trondheim – Tjøtta
We nemen afscheid van Trondheim en zetten koers richting het Hoge Noorden. In plaats van de snelle maar weinig spannende E6-snelweg, doen we dat via Route 17. Of, meer sprookjesachtig: Kystriksveien, wat zich laat vertalen naar Kustweg. Absoluut een must als je deze trip onderneemt. Een 650 kilometer lange, perfect onderhouden en kronkelende weg vlak naast de Noorse zee. Je rijdt er langs vissersdorpjes en hun magnifieke witte zandstranden, door bossen en over bruggen en langs fjorden en bergen die in geen woorden of foto’s te bevangen zijn. We kijken ons de ogen uit het hoofd, en de gesprekken via ons Cardo-communicatiesysteem gaan niet diepgaander dan “Wauw” en “Kijk daar!” en “Zie die waterval eens”.
Ferryhoppen
Met maar liefst zes overtochten op twee dagen bereikt het ferryhoppen langs deze route een hoogtepunt. De boottochtjes zijn telkens een uitgelezen gelegenheid om even uit te rusten en wat te eten. En om de omgeving in je op te nemen zonder je aandacht bij het verkeer te moeten houden. Want hoewel het nog geen hoogzomer is, rijden we tussen de ferrytochten door telkens in colonne met tientallen campers en caravans. Hoe vaak we ze ook het nakijken geven, aan elke ferrykaai staan ze opnieuw mee aan te schuiven. Maar dat zorgt er dan wel voor dat we steeds een leuke babbel hebben tijdens het wachten.
De uitgestrekte gebieden tussen de ferrykaaien door zijn dan weer de perfecte omgeving om optimaal het allemansrecht te genieten. Het lijken wel eilandjes. Wanneer de avond valt zetten we in de buurt van het dorpje Tjøtta de motoren aan de kant en gaan te voet op prospectie in een weide. Het weidegras is nat en glad, maar we vinden toch de perfecte heuveltop om onze tenten op te zetten: beschut onder de bomen en buiten het bereik van mogelijke stroompjes door de voorspelde regen. Maar geraken de motoren er wel…
Schaapwel
Slechts één manier om het te ontdekken. Om de heuveltop te bereiken moeten we eerst een redelijk diepe gracht door en vervolgens over het natte gras naar boven rijden. Opnieuw het ideale terrein voor de X-Cape, die er dankzij z’n hoge veerweg en robuuste allroadbanden fluitend doorheen komt. Tijd om de sport-tourer uit z’n comfort zone te halen. Ik neem een korte aanloop over het asfalt en rijd de gracht schuin in, in het spoor dat de Moto Morini voor me prepareerde. Het natte gras doet de straatgerichte achterband even doorspinnen, maar die vindt gelukkig snel weer voldoende grip. Zonder aarzelen en in een constant tempo rijd ik verder de heuvel op en verbaas ik me over de GSX-S1000GX en hoe lichtvoetig die zich blijft gedragen. Zelfs aan lage snelheid, volgepakt met bagage en op een uitdagende ondergrond.
Eens boven zetten we onze tenten op naast de motoren. De afgelopen dagen werden we verwend met uitzonderlijk mooi weer. Deze avond, daarentegen, verdringen regenwolken de zon. We laten het niet aan ons hart komen. Zeker niet omdat we plots het bezoek krijgen van een kudde schapen die poolshoogte komt nemen van de vreemde bezoekers op hun territorium. De confrontatie blijft gelukkig bij argwanende blikken (en dat geldt voor beide partijen) waardoor we met een min of meer gerust gemoed de slaapzak inkruipen.
Etappe 6: Tjøtta – Bodø
Ik zou willen zeggen dat we bij het krieken van de dag onze weg verderzetten, maar dat gezegde past in deze regio eigenlijk niet. In de zomer is er hier in het hoge noorden namelijk àltijd zonlicht, waardoor de dag aldus 24 uur lang blijft krieken. Alleszins: we ruimen de natgeregende tentjes en ons afval op en rijden verder langs onze intussen geliefde Route 17. Tijdens de ferry-overtocht tussen Kilsboghamn en Jektvik varen we officieel de noordpoolcirkel (Arctic Circle) binnen. Niet dat het eindpunt al binnen handbereik is: een blik op Google Maps leert ons dat het via onze route nog zeker 1.300 km rijden is tot aan de Noordkaap.
Goede karma
Aan de ferrykaai van Jektvik houden we een koffiestop in een lokaal winkeltje. Een fietstoerist lijkt problemen te hebben met zijn betaalkaart bij het afrekenen van z’n ontbijt en geraakt duidelijk wat geënerveerd. In de hoop goede karmapunten te scoren voor de rest van de reis, stel ik voor om hem zijn koffie en ontbijtkoek te trakteren, waar de man dankbaar op ingaat.
We geraken aan de praat en zo leer ik dat de beste kerel eigenlijk een waanzinnige trip aan het maken is: een hele tijd geleden vertrok hij met zijn fiets in Sicilië aan het meest zuidelijke puntje van Italië met als doel: de Noordkaap. Hij had geen bijzonder uitgestippeld plan, en geen concreet schema. De ultieme vrijheid. Zijn route bracht hem onder andere door Brussel en wielermekka Oudenaarde. Nu was zijn eindpunt eindelijk in zicht – of toch bijna. De Italiaan was er niet rauwig om dat z’n queeste bijna ten einde was, zoveel was duidelijk. We nemen afscheid en vervolgen op onze respectievelijke tempo’s onze weg naar Bodø.
Van tent naar hut
Helaas volgt de regen ons ook. Mijn Vanucci-regenpak en laarzen bieden uitstekend weerwerk en houden mijn motorpak en voeten kurkdroog en mijn lichaam warm. Maar wanneer we een plek voor de nacht zoeken, lijkt het er echter op dat de regen – alweer – niet meteen zal stoppen. De meeste van onze spullen zijn nog doorweekt van de vorige nacht. Het vooruitzicht op algemene klammigheid en gedoe met het opzetten van de tentjes in een stortbui maakt ons niet meteen warm.
Gelukkig bieden de meeste campings in de regio trekkershutjes aan die voor een erg schappelijke prijs droog onderdak bieden. Piepklein, maar op z’n minst voorzien van een kleine keuken en een bed. En een dak. We zijn snel overtuigd. Het blijft vakantie, nietwaar! Het biedt ons ook de kans onze natte spullen een nachtje te laten luchten. Kwestie van de komende dagen ons goed humeur niet te verliezen. Of dat lukt, dat lees je dra in deel 3!