Brussel - Dakar met de Kawasaki Versys 1000 SE: Deel 1/5: naar Tanger!
Een mens moet wat. Nadat we vorig jaar met de Kawasaki Versys 1000 SE 15 landen op één dag deden en een wereldrecord lieten optekenen, stonden rijder én motor sinds enige tijd in de Moto73-garage stof te vergaren. Een nieuwe uitdaging drong zich op. Waarom niet eens met de Versys naar Dakar rijden? ‘Adventure Calling’ was bij de lancering van Kawasaki’s asfalt-georiënteerde adventure toch dé slagzin? Dan moet het ultieme avontuur in de voetsporen van de moeder aller rally’s toch lukken?
Droombestemming
Dakar is dé droombestemming voor menig adventure motorrijder. Wie zich waagt aan dit avontuur, kiest meestal voor een extreme off road adventure motor. Maar is dat wel de beste keuze? Speelt het comfort van een meer asfalt-gerichte motor niet net zo goed een rol bij een uitputtingsslag? En kun je überhaupt met een wegmotor naar de aankomstplaats van de moeder aller rally’s rijden? Door met de Versys 1000 SE richting Dakar te trekken, zochten we het antwoord op die vraag.
Kleine aanpassingen
Nu, helemaal standaard was de Versys 1000 SE niet. Valbeugels, andere voetsteunen, radiatorbescherming, een bodemplaat en een alu kofferset waren detailaanpassingen die het verschil konden maken. En dat misschien ook wel deden, want, spoiler allert, de Versys 1000 SE bracht ons wel degelijk van Brussel naar Dakar. Wat meer is, de motor deed dat zonder ook maar het minste probleem. Onze Man, ach, dat is een ander verhaal.
Europees opwarmertje
Het viel te verwachten dat de grote uitdaging van de trip niet in het eerste deel zou liggen. Zonder al te veel moeite of haast, ging het in drie dagen tijd van Brussel naar Tarifa. Met een opwarmertje op de grindwegen in de buurt van Andorra, een eerste test voor de Versys en meteen al een bevestiging van wat we eerder al vermoeden: de Versys kan ook wat onverhard aan. Met de weg-georiënteerde Bridgestone A41 was los zand uit den boze, maar daar heb je in de Pyreneeën alvast weinig last van. Het lage zwaartepunt en een geometrie die je ook toelaat recht te staan zonder ’s avonds naar de fysiotherapeut te moeten hollen, bieden niet alleen de nodige controle, maar ook het broodnodige zelfvertrouwen.
Dat laatste is mooi meegenomen als je Afrika in duikt. Grenscontroles zijn steeds een tijdrovend spelletje, maar gelukkig verloren we aan elke grenscontrole alleen maar tijd en geen geld. Geen fooien, geen euro’s in de paspoorten of bij een handdruk aan de douaniers: als er nog corruptie aan de grenzen is, dan viel daar nu alvast niks van te merken. Alvast één drempel die recent wat lager kwam te liggen. Goed om weten indien u persoonlijke plannen in die richting hebt…
Effe Checke
We kenden de Kawasaki natuurlijk al goed van tijdens die wereldrecordpoging vorig jaar. Toch leek het ons een goed idee om niet in één ruk langs de snelweg naar het zuiden van Spanje te rijden. Secundaire Franse wegen om wat in het ritme te komen en dan een passage langs Andorra om de motor aan een eerste grondige test te onderwerpen. De paar grindwegen in Oost-Vlaanderen gaven ons al een goed gevoel, maar pistes in de Pyreneeën zijn toch andere koek. Nuttig als je weet wat er nog komen moet in Afrika.
Wij dus naar Puigcerda en La Molina, plekken die in de winter als uitvalsbasis voor skiërs worden gebruikt, maar in de zomer een netwerk aan gravelwegen bieden. We spendeerden de ganse dag op een paar van de hoogste plekken in de Frans-Spaanse bergketen en gingen met een gerust gemoed slapen: de Versys deed het uitstekend op de off-road delen en was zijn oude vertrouwde zelf op de slingerende bergbanen. Ook al waren de A 41 Bridgestone wegbanden, de prestaties op dit soort off-road wegen waren ronduit goed. Handig ook dat de tractiecontrole op de Versys 1000 kan uitgeschakeld worden, dat geeft extra controle off road.
Naar een andere wereld
Met een gerust gemoed ging het dus richting Tarifa, waar een boottocht van amper 40 minuten naar een ander continent, een andere cultuur en een andere wereld brengt. Met een kleine 5000 km voor de boeg naar Dakar, wisten we dat het echte werk nog moest beginnen. Eén van de voorspelbare obstakels daar, zijn de grenscontroles. De eerst ging alvast vlot. In minder dan een uur waren we de douane in Tanger voorbij. Euro’s inruilen voor Dirhams, een marokkaanse SIM kaart in de GSM proppen, route intikken op Google maps en we waren weg. Beni Melal was onze eerstvolgende stop. Aan de voet van de Atlas moest het échte avontuur beginnen. Daarover meer in deel 2, dat donderdag op deze fijne website zal verschijnen.