Reportage: The Great Malle Mountain Rally
Malle London organiseerde in het verleden al meerdere meerdaagse rondritten voor motorrijders. Echter, deze keer gingen de Britten met The Great Malle Mountain Rally een stapje verder. Wat voordien een rondrit was voor de gekste motoren uit het Verenigd Koninkrijk, is nu omgevormd tot een meeting voor exclusieve of gewoon mooie motoren. Van custom gebouwde Ducati’s over limited edition Triumphs tot de Royal Enfield Interceptor 650 waarmee Onze Man over legendarische bergpassen in de Alpen mocht rijden.
Na het trotseren van Europa’s hoogste bergen eindigde elke etappe op unieke locaties. Zoals daar zijn middeleeuwse kastelen op een Alp, de tuinen van een Franse of de kaai van het mondaine Monaco. Ruim 2400 kilometer legde de bonte Mally Rally caravan af. Dat alles met 75 motoren, twee Morgan Super 3’s, een Porsche 911 en, niet onbelangrijk, drie support trucks. Onze Man kwam moe maar tevreden terug. Dit is zijn relaas:
Goed begonnen is…
Het was de avond voor het vertrek net iets té gezellig in Schloss Friedberg, een 13de-eeuws gotisch kasteel waar we de eerste nacht doorbrachten. Dat was vooral te merken aan de chaos op de vertrekdag van de rally. Team ‘Ruined by Guzzi’ was in grootse doen op de eerste avond, maar slaagde er pas tegen 9u – en dus rijkelijk laat – in om te verzamelen aan de start van de Mally Rally. Die originele teamnaam haalden de feestvarkens deels bij één van hun groepsleden: Andreas met zijn Moto Guzzi V7. ‘Ruined’ zal wel naar het bier van de avond tevoren verwezen hebben…
Kattetongen
Maar waar een wil is, is een weg en na het kater-gerelateerde oponthoud, zette de bonte bende zich toch op weg. Het doel was om binnen de vooropgestelde tijdspanne Castel Kattenzungen in Italië te bereiken. Kattenzungen, een typisch Italiaanse naam. Om er te geraken reden we ongeveer 300 kilometer via 4 verschillende checkpoints in de Oostenrijkse en Italiaanse Alpen. Via de Sellapas en de Rollepas begaven we ons richting eindbestemming. Vooral de Sellapas is echt een must voor wie in de buurt is, populair onder bezitters van motoren en sportwagens. Je ziet, niet àlles wat op Sella begint, geeft spontaan buikkrampen.
“Niet àlles wat op Sella begint, geeft spontaan buikkrampen.”
Deze route biedt de perfecte combinatie van rijplezier en indrukwekkende vergezichten. De kleuren en omvang van de omringende Dolomieten zorgden voor een onvergetelijke ervaring.
Koe
De nogal romantische omgeving maakt het niet gemakkelijker om de focus op de weg te houden. En laat dàt nu net zijn wat je beter wel blijft doen. Zo sprong er plots een koe vanuit de bosjes de weg op. Dat is schrikken als je op kruissnelheid en dagdromend voorbij komt gereden. Gelukkig liet de Interceptor zich vlotjes rond het obstakel sturen. Goede reacties op plotse stuurimpulsen? Check op de vragenlijst die we vooraf over de Royal Enfield hadden opgesteld. Lang verhaal kort: net voor zonsondergang arriveerden we aan het tentenkamp. Daar kropen we vroeg onder de lakens want de af te leggen weg was nog lang en de kater van de avond voordien was nog niet helemaal weg.
Stelvio = 48 keer feest
Na een vrij korte nacht – met dank aan de koebellen die al vroeg in de ochtend weerklonken – vertrokken we uit Zuid-Tirol om aan het langste en meest technische stuk van dit motor-avontuur te beginnen. De weg naar de eerste checkpoint was bovendien niet je dat. Kilometerslange slingerwegen maar helaas ook veel verkeer op de weg. Constant remmen, acceleren en, vooral, opletten dus. Na enkele uren kwamen we zonder het door te hebben aan bij de Stelviopas, 48 haarspeldbochten verspreid over 46 kilometer.
De Stelviopas is als het ware een circuit in de bergen. De Royal Enfield moest hier niet onderdoen voor de grotere en zwaardere motoren uit de rally. Inhalen vergde soms wel enige voorbereiding maar dat verhoogde enkel de funfactor. Op de top, zo’n 2757 meter hoog, stopten we kort voor een befaamde Ernstl’s braadworst terwijl we genoten van het machtige uitzicht. Besneeuwde bergtoppen zover het oog reikte. Daarna was het tijd voor deel 2 van de Stelvio: de afdaling.
Gewichtsvoordeel
Deze bleek nog uitdagender dan de weg omhoog. Aan een vrij gedurfd tempo sjeesden we richting Davos . Wie denkt dat een pk-braker hier de beste keuze is, heeft het mis. Onze Enfield had geen probleem om de sterkere motoren in de Malle Rally bij te houden. Op dit type wegen is zijn gewicht een onmiskenbaar voordeel en de 48 paarden bleken ook hier weer voldoende. Ook de remmen werden stevig op de proef gesteld op deze technische stukken, het Aziatische ‘Bybre’ ofwel ‘By Brembo’ stelde niet teleur. Het is verbluffend om te zien hoe snel je tot stilstand komt met een enkele schijfrem voor en achter.
Na dik 300 kilometer kwamen we alweer aan op een gezellige camping in de Zwitserse Alpen net voor het vallen van de avond. Tijd voor enkele lokale streekbiertjes aan het kampvuur. Van de kater van de vertrekdag was geen spoor meer. Die zat nog bij de koe.
Beetje buitenaards
Op de ochtend van dag drie van de rally moesten we vaststellen dat de warme Italiaanse zonnestralen verleden tijd waren. In de ochtendmist verlieten we het Zwitserse Maloja Camp richting de Splügenpass. Zodra we aan onze beklimming begonnen verminderde de zichtbaarheid zienderogen. We waren dus verplicht om de snelheid drastisch te verminderen – we zagen immers maar een paar meter ver meer. In dat winterse weer bleken een open helm en zonnebril misschien wel de meest stijlvolle keuze, maar ook allesbehalve de slimste. De Enfield had minder problemen met het weer, zonder verpinken knoopte de Interceptor alle slingerwegen aan elkaar. Ook al waren de banden niet van de breedste, ze boden voldoende grip in dit regenachtige weer. Richting het volgende checkpoint dus. In Biasca steeg de temperatuur terug. Daar merkte ik toch dat de vermoeidheid begon toe te slaan.
“Een open helm en zonnebril: misschien wel de meest stijlvolle keuze, maar allesbehalve de slimste.”
Even rusten, alvorens we 1 van de meest indrukwekkende wegen van de Zwitserse Alpen aanpakten. Vooraleer we aan die Furkapas begonnen, moesten we eerst over de Gotthard pas. We reden omhoog over de met keitjes bezaaide Tremola aan de zuidkant van deze pas. De scherpe haarspeldbochten die ons vanaf de pashoogte naar Airolo voerden, staan bekend als het langste lint in Zwitserland. Het water viel net tijdens deze etappe met bakken uit de lucht, wat er voor zorgde dat de glibberige kasseibaan toch wel een heuse onderneming werd. Nadat we deze opeenvolging van lussen eindelijk overwonnen hadden, kwamen we boven aan de Gotthard tunnel. Rijden door deze tunnel kan het best omschreven worden als door een zwart gat richting een ander universum reizen. Omdat je op grote hoogte rijdt, hangen de wolken als het ware in de tunnel. In combinatie met de verlichting krijg je een werkelijk buitenaardse sfeer. Knap.
Voorbij het zwarte gat
Aan de andere kant van het zwarte gat, daalden we snel en zagen we zowaar enkele lichtstralen door het wolkendek naar beneden vallen. Het was alsof de goden onze gebeden aanhoord hadden, want net toen we ons klaar maakten voor de Furkapas, stopte het met regenen. Tijd om de Interceptor nog eens in de toeren te jagen. We reden over bergpassen met een hellingsgraad van 11%, haarspeldbochten en scherpe, blinde bochten. Enkele betonnen paaltjes scheidden ons van een diepe afgrond. Het was even slikken, maar de angst maakte snel plaats voor euforie. Op weg naar beneden werden we als toetje nog getrakteerd op een regenboog met de meeste levendige kleuren.
Met de zon in het gezicht en nog nagenietend van de Furkapass, reden we onze overnachtingsplaats voor die avond tegemoet. Alsof de dag nog niet vermoeiend genoeg was geweest, mochten we eerst nog een stevig stuk off-roaden naar het hoger gelegen berghotel Chäserstatt. Waar dit op een zwaardere baanmotor waarschijnlijk de nodige stress had meegebracht, was het op Interceptor 650 pure fun. Alsof we met een echte scrambler reden, vlamden we over de gravelpaden en modder heen. Ook hier zorgde het relatief lage gewicht ervoor dat we iedereen op ons pad het nakijken gaven. Boven aangekomen, beseften we des te meer dat Royal Enfield ons nu al voor de derde keer echt verbaasd had.
Chaussée déformée
Voor stage 4 van de rally verlieten we Chäserstatt richting de Frans grens. Het grootste gedeelte van deze korte etappe bevond zich in de schaduw van de Mont Blanc. Op de Franse wegen werd de vering van de Enfield serieus op de proef gesteld. Waar ze in de voorgaande landen de beschadigingen aan het wegdek herstellen, kiezen ze in Frankrijk resoluut voor een andere aanpak. Door middel van het verkeersbord ‘chaussée déformée’ waarschuwen ze gewoon de weggebruikers voor de hobbelige rit die eraan komt. Zo kan het dus ook.
Hier kwam de zachte vering van de Royal Enfield goed van pas. Niet alleen de vering maar ook het zadel en het brede stuur van de Interceptor droegen bij tot het hoge rijcomfort. De rechte zithouding kun je gemakkelijk uren volhouden.
Op de weg naar Saint-Sixt zorgden de laaghangende wolken in dit bosrijke gebied voor een sprookjesachtig zicht. Eenmaal in het château aangekomen, was het tijd voor een duik in het zwembad. Wederom met een prachtig panorama van de omliggende bergen. Na het Mally Rally dinner zakten we – ondertussen naar goede gewoonte – nog even door. Tijd om te verbroederen met collega-motorrijders en naar wat sterke verhalen te luisteren. “Ik ging helemaal dwars naar die bocht”, “het achterwiel brak zeker een halve meter uit”, of “de Yeti stak zowaar net voor mij de weg over.” Je kent het wel…
The Dark Side of the Hoon
De voorlaatste dag beloofde één van de betere te worden. 343 kilometer via Val-d’Isère, over de Italiaanse grens om daarna weer door te steken richting Frankrijk. De Col de l’Iseran was het hoogtepunt van de dag, zowel letterlijk als figuurlijk. Op 2770 meter hadden we geluk dat de pas toegankelijk was, want tot enkele dagen voor onze aankomst, lag er zelfs nog sneeuw. De grootsheid van deze berg is moeilijk in woorden te vatten. Noem het gerust intimiderend.
Eenmaal over het hoogste punt belandden we op ‘The Dark Side of the Hoon’, zoals onze Britse collega’s deze passage noemden. Als echte maniakken ‘hoonen’ (wat zoveel betekent als ‘roekeloos rijden’) we over de bergflanken van de Savoie. Op de stroken ruw asfalt konden we het potentieel van de Interceptor volledig benutten. Lange snelle bochten, korte en halfblinde bochten, ontelbare haarspeldbochten en nu en dan zicht op de kristalheldere bergmeren. Let op, ook hier staan geen vangrails. Wie hier een bocht mist, landt enkele honderden meters lager.
“Kamperen in de bergen is een beetje als werken bij een slager. Klinkt wel leuk, maar als je het doet, heb je ’t altijd koud en binnen de kortste keren doet je rug pijn.”
Op dit type secundaire wegen, waar topsnelheid geen rol speelt, bleek de Interceptor 650 helemaal in zijn sas. De toerenteller tussen 4000 tot 6000 toeren houden en genieten maar. De fantastische wegen en de stralende zon maakten dat deze dag niet lang genoeg kon duren. In de vooravond kwamen we breed lachend aan bij Château Les Picomtins. Dit compleet gerenoveerde kasteel is gelegen aan het Lac de Serre-Ponçon, een gigantisch blauw stuwmeer in de Franse Hautes-Alpes. Stiekem waren de meeste deelnemers blij dat dit de laatste nacht op grote hoogte was. Kamperen in de bergen is een beetje als werken bij de slager. Klinkt wel leuk, maar als je het doet, heb je ’t altijd koud en binnen de kortste keren doet je rug pijn. Maar goed, slapen in tenten hoort nu eenmaal bij avontuur. Comfort niet.
Finish in zicht
De ijzige koude bij vertrek waren we snel vergeten want ook op de slotdag kregen we van bij het begin een reeks langgerekte lussen voorgeschoteld. Het geluid van de ronkende paralleltwin was de perfecte soundtrack voor deze rit doorheen één van de meest fantastische stukken in de Franse Vooralpen van Grasse. Eenmaal over de Italiaanse grens kwamen we aan bij de uitdaging van de dag: de Tendapas. Na Limone Piemonte loopt de weg met ruim aangelegde krommingen naar boven. Op de Noord helling van deze bergpas wordt de weg een stuk smaller en volgen er 12 scherpe bochten die je naar de top brengen. We waren best gehaast want de afdaling kan slechts op enkele vaste tijdstippen per dag gemaakt worden. Dat komt omdat er onmogelijk 2 voertuigen kunnen kruisen op deze weg die bestaat uit 46 onverharde haarspeldbochten.
“Gek, die ochtend waren we nog de koude aan het trotseren in de Alpen en een paar uur later rijd je door pittoreske kustdorpjes.”
De groep reed dus in een colonne naar beneden, een indrukwekkend zicht. Het was de laatste grote uitdaging alvorens we verder richting de kust reden. Eenmaal beneden, leek de finish plots wel heel dichtbij want de Azurenkust verscheen uit het niets aan de horizon. Gek, die ochtend waren we nog de koude aan het trotseren in de Alpen en een paar uur later rijd je door pittoreske kustdorpjes. Met de bergen achter ons waren we helemaal niet meer gehaast en al cruisend zetten we de reis verder langs de kustlijn, richting Monaco. Het mocht nog wat langer geduurd hebben, want ook al cruisend toonde de Enfield zich een goede reisgezel. Vroeger dan we wilden, kwamen we aan op de kaai in Monaco. Even de motorfietsen parkeren, kleren uit (op onze string na) en recht de Middellandse Zee in. De ervaring kon niet completer zijn.
Om niet snel te vergeten
Deze rally is een ware aanrader voor iedereen die droomt van avontuurlijk motorrijden in het algemeen en rijden in de bergen in het bijzonder. We durven met zekerheid te stellen dat elke deelnemer bovendien als een beter motorrijder terug is gekomen.
Tijdens een intense Malle Rally week als deze, smeed je niet alleen een band met je metgezellen, maar je wordt ook één met je motor. Het mag verrassend zijn, maar we zullen ook de Royal Enfield Interceptor 650 missen die ons in die 6 dagen over bergpassen, kronkelwegen en gravelpaden geloodst heeft. Op geen enkel moment was de motor uit zijn element of schoot hij tekort. Meer zelfs, het was wat ons betreft een uitstekende keuze voor dit werk. De Interceptor deed alles wat hem opgedragen werd en hij deed het… in stijl. Misschien is dat ook de verklaring voor het feit dat de Royal Enfield Interceptor momenteel één van de best verkopende motorfietsen ter wereld is. De combinatie van deze polyvalente twin met de routes en organisatie van de Malle Rally resulteerde in een ervaring die je zonder zin voor overdrijven als onvergetelijk mag bestempelen.
Tekst: Jules Hermie
Foto’s: Malle