Naar de 4 kapen van Europa met de Versys 1100 deel 2: Noordkaap
De redactie is niet vies van een uitdaging. Vaak helpen de mensen van Kawasaki en Bridgestone ons daarin een handje toe. In 2023 reden we 15 landen op één dag, vorig jaar stuurden we de Versys 1000 op A41-wegbanden van Brussel naar Dakar, en dit jaar willen we de vier kapen van het Europese vasteland aandoen op één set banden en, ha ja, met één motor. Dik 13.000 km. In de vorige aflevering van deze fijne vierdelige reeks las u al hoe Onze Man naar de Finse Oostkaap reed. Daarna bibberde hij verder naar het Noorden. Dit is het relaas van deel twee.
De rit van de Oostkaap naar de iconische Noordkaap werd er eentje om in te kaderen. Een motoravontuur doorheen Lapland, langs eindeloze meren, bevroren fjorden en kronkelende wegen. Maar ook ijs, sneeuw en verdwaalde rendieren. Hohoho maar. Tijd om de veelzijdigheid van de T33’s, de Versys 1100 én Onze Man op de proef te stellen.
Lapland: ijs en stilte
Vanuit Ilomantsi trokken we noordwaarts, recht Lapland in. De wegen slingerden zich tussen talloze meren en plassen door, waar we een moment van absolute stilte vonden aan een verlaten parkeerplaats. Verwarmde toiletten midden in de Finse wildernis; typisch Scandinavisch en een feest voor onze bevroren billen. We waagden ons even op het ijs van het meer. Het voelde stevig, al lag er 10 meter verder gewoon open water. Toch weer een bewijs dat voorzichtigheid en vertrouwen in je uitrusting cruciaal zijn. Ook op de weg was het uitkijken geblazen, maar het deed deugd vast te stellen dat in deze koude omstandigheden de Bridgestones uitstekende tractie bleven bieden. En als dat niet zo was, bleek de elektronica van de Kawasaki onwrikbaar. Het samenspel van de banden en de motor bleek een gouden mix in deze omstandigheden. Om nog maar te zwijgen van de stuurmanskunsten van Onze Bevroren Man, dat spreekt.
Van Finland naar Noorwegen: koude en bergen
Maar aan alles zijn grenzen. Niet alleen aan landen, maar ook aan rijomstandigheden en grip. De route naar Karasjok, de Noorse grens, bracht ons diep de sneeuw in. Niet meer in centimeters, maar meters. Gelukkig lag die naast en niet op de weg. Het asfalt bleef droog en prima berijdbaar, dankzij goed onderhoud en een speciale structuur. Het wegdek in Scandinavië is veel ruwer dan hier. Het lijkt wel schuurpapier. Dat biedt extra veel grip, maar het vreet ook banden. Niet goed voor de kilometers die de T33’s nog voor de boeg hadden, maar wel voor het zelfvertrouwen in deze barre omstandigheden. We voelden ons goed en besloten spontaan verder te rijden naar Oldefjord, het begin van de E69 richting de Noordkaap. Helaas: een bord kondigde aan dat de weg gesloten was. Een buschauffeur bevestigde het: “The sign is always right”, maar hij voegde er met een knipoog aan toe: “See how far you get.” Zowaar een extra uitdaging! Meer hadden we niet nodig om onze bevroren neus richting Noordkaap te richten en het gas van de Versys 1100 nog eens in de hoek te draaien.
De eerste poging: vast in de sneeuw
Die E69 bleek aanvankelijk perfect berijdbaar; een bochtige droomweg langs fjorden. We begonnen zowaar te twijfelen aan het bord. Echter: op zo’n 6 km van de Kaap reden we ons vast op een besneeuwde helling. De T33’s boden nog verrassend veel grip, maar de sneeuw won het van onze moed. Terugkeren en overnachten in het laatste dorp was de enige optie. De nacht moest raad brengen. Want 4.500 km rijden om te stranden op 6 km van ons doel, dat was eerlijk gezegd geen optie.
Poging twee: met doorzettingsvermogen naar de top
De volgende ochtend stonden we vroeg op. Deze keer lieten we de motor veilig aan de kant net voor de moeilijke passage en verkenden met de mobilhome waarin fotograaf Manu De Soomer de hele expeditie volgde. Het bleek de juiste keuze. We passeerden het punt waar we gisteren strandden en zagen in de verte een sneeuwruimer aan het werk. De laatste kilometers waren geruimd en eindelijk lag de Noordkaap voor ons. Even geduld en we konden verder. Al zouden we hoe dan ook het laatste stukje te voet moeten afleggen.
Noordkaap: eindpunt én hoogtepunt
Glijden met de Versys, ploeteren door de sneeuw om uiteindelijk vroeg voet te zetten op de Noordkaap: het was de moeite waard. Er was nog maar weinig volk en een ijzige wind poederde alles wit. De Versys en T33’s hadden ons veilig tot hier gebracht; een indrukwekkende prestatie gezien de omstandigheden. Binnen in het bezoekerscentrum warmden we ons op met een koffie en verkenden het museum. Even later was het plots druk: vijf bussen toeristen! Nog voor een allergische reactie de kop kon opsteken, zaten we alweer in het zadel van de Kawa. Tijd om verder te trekken, richting Alta.
E6 en Lofoten: rit als een droom
De volgende dag wachtte de E6: een kronkelende weg langs fjorden, vissersdorpjes en rode houten huizen. Héérlijk motorplezier in zijn zuiverste vorm. Aanvankelijk reden we verder dan gepland, maar halverwege een beklimming sloeg het weer om als het humeur van een zwangere vrouw: we kregen plots een sneeuwstorm op ons dak. Zicht: onder de 10 meter. Koel blijven in deze omstandigheden was niet moeilijk, het vroor verdorie de stenen uit de grond. Maar we bleven ook kalm, zelfs in de barre kou. De aankomst in Bjervik voelde als een overwinning.
Lofoten: vier seizoenen in een dag
’s Ochtends lag er 10 centimeter sneeuw op de motor, maar de wegen waren kurkdroog. Beter zo dan omgekeerd. De T33’s konden hun allroundkwaliteiten volledig tonen op de E10 doorheen de Lofoten. Idyllische uitzichten, tunnels, zon, sneeuw, regen, mist – het zat allemaal in één dag. We besloten te overnachten aan de ferryterminal in Moskenes. Niet de meest idyllische omgeving, maar wel handig in het licht van de timing. We zaten voor op het schema en konden ons zowaar een extra lus veroorloven. De volgende dag maakten we die lus langs Hamnoy, Reine en Ramberg Beach. Drie surfers trotseerden het ijskoude water, wij hielden het bij een warme koffie voor het vertrek naar Bodø.
Zweden: sneeuwwanden en gravé
Vanuit Bodø ging het snel richting Zweden. Via Jonkerdal reden we tussen sneeuwwanden van wel 3 meter. We zagen de temperatuur opnieuw dalen tot -5, en hoewel de kou stevig inbeet, bleven de T33’s ook bij deze temperaturen hun werk doen. Naarmate we verder reden, verdween de sneeuw en klom de temperatuur naar een zowaar aangename 7 graden. In Lyksele vonden we een topcamping, met zelfs voorzieningen voor motorrijders.
Zuid-Zweden en Denemarken: lange ritten, soepel verloop
De rit naar Gävle startte prachtig, met perfect asfalt, tot plots de weg overging in 25 km gravel. Een serieuze test, maar de T33’s slaagden ook daar met glans. Ook al omdat de Versys 1100 verrassend uit de hoek komt op het onverharde. De vlotte gasrespons, de juiste balans… op één of andere manier is deze motor veel beter offroad dan je zou vermoeden. Ook al omdat ‘ie er helemaal de wielen en het gewicht niet voor heeft. We wisten vorig jaar al dat de 1.000cc-versie dit kon – die rit naar Dakar, weet je nog – maar de 1100 kan dit ook. Hij is ook niet zo grondig anders dan zijn voorganger, trouwens. Via Malmö, waar we een magische zonsondergang zagen boven Kopenhagen, ging het verder richting Denemarken. We namen de tolbrug en staken vlot het land door naar Esbjerg.
Terug via Duitsland
Een korte citytrip in Hamburg vormde het sluitstuk van dit noordelijk avontuur. Van daaruit trokken we huiswaarts, met bij aankomst bijna 9.000 km op de teller, maar vooral met een brede glimlach. De Bridgestones Battlax T33 toonden sporen van slijtage, maar we hadden er vertrouwen in dat een 4.000 km extra naar de Zuid- en Westkaap nog zouden lukken. In deel 3 namen we de proef op de som, maar eerst was het tijd om de Versys eens grondig onder handen te nemen. Motul leverde een care pakket waarmee de Kawasaki in geen tijd weer als nieuw leek. Op de banden na, daar raakten we niet aan. Met warmere temperaturen in het vooruitzicht begon de reis richting Tarif, onder een gunstig gesternte. Maar ook onder donkere wolken, want Onze Man raakte niet droog door Frankrijk. Daarover binnenkort meer!
Foto’s: Manu De Soomer