Pierre Saeys na de Dakar Rally: "Opgeven was nooit een optie"

Droom je van de Parijs-Dakar of de daaraan ontsproten Dakar Rally, dan zijn beelden van duinen en bonkige kerels op hun motoren nooit veraf. Zand, zweet, tranen en bloed toveren er sinds mensenheugenis gewone mensen en machines om tot onverdroten helden. Vorige week reed Antwerpenaar Pierre Saeys (53) op zijn debuut naar een 67ste stek bij de motoren, en een plaats in de geschiedenisboeken van de roemruchte rally. Wij krijgen ‘Onze man in de Dakar’ enkele dagen later al aan de lijn.

Motornieuws: Proficiat met je knappe finish in de Dakar Rally, Pierre! Ben je al een beetje bekomen? 

Pierre Saeys: “Goh, vandaag voel ik mij iets minder goed!” (Lacht) “De Dakar Rally is een absolute aanslag op je lichaam – heel zwaar, zowel fysiek als mentaal. Het is een echte uitputtingsslag. De voorlaatste dag ben ik daarenboven nogal zwaar gevallen, waardoor mijn hele bovenlichaam is gekneusd, vooral ter hoogte van mijn schouders. Eigenlijk zou ik wat meer Brufen moeten nemen nu, maar het ligt niet in mijn aard om snel pillen te slikken, zeker als ik weet dat de pijn vanzelf wel weer verdwijnt.”

MN: Een beetje slaap inhalen zal vermoedelijk deugd doen, nu?

Pierre: “Jazeker, ‘t is toch een heel ander ritme daar. Mijn wekker ging elke ochtend af tussen 4 en 5u. Dat was steevast twee uur voor mijn vertrektijd, maar ik neem ‘s ochtends graag de tijd – een rush is niks voor mij. Aankleden, jezelf forceren om voldoende calorieën te eten en naar het toilet te gaan – heel belangrijk, aangezien je daar gedurende de rest van de dag amper tijd voor hebt. Maar ook om te zien of je urine wel de juiste kleur heeft, en of je dus voldoende hebt gedronken. ‘t Klinkt bizar, maar er komt zoveel bij kijken.”

“Als ik erop terugkijk, ben ik erg tevreden dat mijn lichaam me op geen enkel moment in de steek heeft gelaten, en dat ik eigenlijk gedurende de hele Rally uit de problemen ben gebleven. Het ongeluk schuilt tijdens zo’n onderneming namelijk in een klein hoekje: je mag niet vallen, je op geen enkele manier bezeren, je moet je lichaam voldoende hydrateren en verzorgen of je race zit erop voor je goed en wel begonnen bent. Daar was ik heel waakzaam over.”

MN: Die strategie heeft wel opgebracht…

Pierre: “Blijkbaar! Al had het ook heel anders kunnen lopen, want de start was allesbehalve vlot verlopen. Een week voor vertrek ben ik namelijk heel ziek geworden – ondanks m’n voorzorgsmaatregelen. De weken voor vertrek liep ik bijvoorbeeld overal met een mondmasker rond. Zelfs op de begrafenis van mijn papa, die ons helaas heeft verlaten enkele weken voor de Dakar Rally van start ging. En toch heb ik op de een of andere manier toch buikgriep opgelopen, waardoor ik vier dagen lang amper kon eten of drinken, en op die tijd ook vier kilo ben afgevallen. Bij het vertrek voelde ik me echt slecht, maar sinds ik in Saoedi-Arabië ben geland, voelde ik me gelukkig elke dag een beetje beter. Mijn eigen osteopaat was ook mee met mij afgereisd, en hij is voor mij ongelofelijk belangrijk geweest – een soort persoonlijke ‘soigneur’, die me bijstond met raad en daad op zowel fysiek als voedingstechnisch vlak.”

Beschermengel

MN: Ellenlange liaisons en specials van honderden kilometers alleen in je helm, dat zijn de momenten waarop een mens al eens begint na te denken. Zeker na het verlies van je papa, kunnen we ons inbeelden. Heeft de Dakar Rally ook helend gewerkt?

Pierre: “Ongetwijfeld. Mijn papa was intussen 99 jaar oud en een van de allerlaatste Belgische Spitfire-piloten. Op mijn stuur had ik een metalen schaalmodel van een Spitfire vastgemaakt, zodat hij toch mijn ‘wingman’ kon zijn tijdens de Rally, mijn beschermengel. Hij is zelden uit mijn gedachten geweest.” (slikt heel even) “Ik vind één ding heel jammer: dat hij er zelf niet kon bij zijn tijdens de Dakar Rally. Vroeger heb ik heel veel enduro gereden, meerdere zesdaagses – en elke wedstrijd die ik heb gereden, was hij mee. Mijn allermooiste prestatie – de afgelopen Dakar Rally – heeft hij moeten missen. Dat doet wel pijn.”

“Anderzijds ben ik wel blij dat hij er in gedachten bij was. Want het gevaar schuilt in Dakar echt om elke hoek. Vooral als de wagens je om de oren komen gevlogen – zelfs als je vooraf gewaarschuwd wordt door je Sentinel (Een soort alarmsysteem, waarmee een snellere concurrent kan aangeven dat hij je wil inhalen. Je krijgt dan op je eigen Sentinel een waarschuwing via geluid en stroboscopisch licht, waarna je de tijd krijgt om uit te wijken. Nvdr.) is het schrikken. Het snelheidsverschil is vaak gigantisch en tijdens een inhaalmanoeuvre word je letterlijk gezandstraald. Je ziet enkele tellen helemaal niks meer, zelfs je voorwiel niet meer. Op zo’n moment hoopte ik steevast dat er geen achterligger meer was, want die had me nooit kunnen zien. Daar schuilt het grootste gevaar.”

MN: Dergelijke situaties kan je vooraf moeilijk inschatten als Dakar-rookie. Waren er nog elementen aan de Dakar Rally die je vooraf had onderschat?

Pierre: “Het gaat vreemd klinken, maar eigenlijk niet. Ik was mentaal voorbereid op het ergste, en ben wekelijks in het zand gaan trainen in Loon-Plage. Het zal wel nooit mijn specialiteit worden, maar ik heb er op een vreemde manier wel van leren genieten.” (lacht)  “Vooraf had ik wel schrik van de ‘liaisons’, de verbindingsritten naar de start van een special of na een special richting bivak. Op een bepaalde dag moesten we 535 kilometer verbinding rijden, en – geloof het of niet – we hebben over die afstand geen bocht gezien. 535 kilometer rechtdoor, enkel onderbroken door een koffiestop na 250 kilometer. Maar al na een twintigtal kilometer zit je ongemakkelijk te bewegen op je zadel… Dan weet je dat ‘t een lange dag wordt!” (lacht)

“Achteraf gezien waren de liaisons van 100 tot 150 kilometer vaak het zwaarst – alles hangt af van het moment waarop je ze moet rijden. Na de special ben je meer op je gemak, je weet dat er rust volgt. Maar ‘s ochtends, in de vrieskou, met de spanning van een special in het vooruitzicht, was dat vaak een ander paar mouwen…”

Anderhalf jaar voorbereiden

MN: Heb je op een bepaald moment gedacht om er de brui aan te geven?

Pierre: “Geen milliseconde.” (lacht) “Neen, nooit. Dat was geen optie voor mij. Ik moest en ik zou de Dakar Rally uitrijden, koste wat kost. En toch is dat niet zo evident. Volgende zaterdag word ik 54 jaar, en die leeftijd kan je niet zomaar wegdenken. Anderhalf jaar lang heb ik getraind voor de Dakar Rally, maar ik merkte dat ik vaker rustperiodes moest inlassen dan mijn trainingsschema’s het toelieten. Bewust een dagje overslaan om daags nadien er opnieuw volop te kunnen invliegen.”

“Tussendoor heb ik ook de Rallye du Maroc en de Abu Dhabi Desert Challenge gereden, waardoor het niet één lange opbouw was richting Dakar, maar eerder een kwestie van onderweg pieken, even rusten en opnieuw voluit trainen. Zeker de laatste maanden voor vertrek was het zaak om mezelf voldoende op te peppen en te motiveren. Vanaf de zijlijn lijken het twee erg intensieve weken, maar de realiteit is dat je leven anderhalf jaar lang in het teken staat van de Dakar Rally. Het was een stevige boterham!” (lacht)

MN: Je had ‘t net over je leeftijd. Was je er, achteraf bekeken, niet liever dertig jaar eerder aan de start gekomen?

Pierre: “Meerijden in Dakar is alleszins al sinds mijn twintig jaar een droom, maar ik denk dat een leeftijd van 30-35 ideaal was geweest voor een eerste deelname. Anderzijds ben ik op mijn leeftijd wel een pak voorzichtiger dan vroeger – al ben ik altijd wel een vrij voorzichtige piloot geweest, hoor. Van nature uit ben ik heel secuur bezig met mijn mechaniek, met mijn motoren. Tijdens mijn enduro-jaren heb ik geleerd om mijn motoren nooit te zwaar te belasten. Al is de realiteit wel dat je, om een zo veilig mogelijke Dakar te rijden, eigenlijk bij de eerste 50 motorrijders moet rijden. Dan kom je niet tussen de auto’s, buggy’s en vrachtwagens terecht. Als je daar wel tussen verzeilt – wat me meermaals is overkomen – dan is dat de hel, dat wil je niet meemaken.”

Gouden regel

MN: Stel dat je een maand terug in de tijd kon gaan, wat zou je dan anders doen – om beter voorbereid aan de start te komen?

Pierre: “Goh…” (denkt even na) Er zijn weinig dingen die ik anders zou doen. Al heb ik wel één stuk gereedschap gemist: een zaklamp. Tijdens de 48H Chrono werden we twee dagen lang de duinen in gestuurd, en was het sowieso donker als je aankwam. De nacht valt daar op 15 minuten tijd, hé! Dan kan je een zaklamp – of zo’n lampje om op je hoofd te zetten – écht wel goed gebruiken. Heel stom dat ik daar vooraf niet aan gedacht heb.”

“Tijdens diezelfde 48H Chrono waren we amper een uur onderweg toen er mij een snellere motorrijder voorbij kwam gevlogen. Net op dat moment was de zichtbaarheid echt minimaal: de zon stond op haar hoogste punt, nergens was er schaduw en dus zie je ook de vormen van de duinen amper. Dus op het moment dat die snellere rijder me passeert, probeer ik zijn wiel te houden – dan merk je waar hij bijstuurt, zie je de breekpunten van de duinen en ben je iets beter voorbereid op het terrein. Op een bepaald moment knalt hij aan hoge snelheid in een put, waarna ik meteen naast hem stop en vraag of alles ok is. Een gouden regel onder de motorrijders.”

“Hij was ok en had geen hulp nodig, dus rijd ik verder. Na een uur komt hij mij opnieuw voorbij, rijd ik opnieuw in zijn spoor… en maakt hij exàct dezelfde fout opnieuw. Ongelofelijk maar waar. Los opnieuw zo’n kuil in. Een perfect voorbeeld van waarom je op elk moment voldoende marge moet houden, weten wat je kan en wat over je eigen limieten is… Zeker op een moment waarop je de duinen heel moeilijk kan lezen.”

MN: Vooraf had je aangegeven om – behalve het uitrijden – weinig ambities te hebben qua klassement. Maar je finisht wel als 67ste bij de motoren, én haalt top 10 in de Rally 2 Veterans. Ik veronderstel dat je meer dan tevreden bent met ‘t eindresultaat?

Pierre: “Daar ben ik héél tevreden mee. Zelf had ik gehoopt om bij de eerste 100 te eindigen – we kwamen met 144 aan de start, als ik me niet vergis. Dus is 67ste ver boven de verwachtingen. Heerlijk. Mijn kameraad en ploeggenoot Joris Van Dyck is zelfs 57ste geworden, een prachtprestatie. Maar eerlijk gezegd – en met alle respect voor Joris’ eindklassement – of je nu 60ste of 90ste wordt, uiteindelijk bereiken wij allebei hetzelfde: we hebben de finish gehaald!”

Vriendschap boven competitie

MN: Hoe was het contact tussen de landgenoten onderling?

Pierre: “Heel goed, zowel in het bivak als onderweg. Een van de eerste dagen reed ik bijvoorbeeld achter Gwen Backx, en zie ik hem plots stilstaan langs de weg. Hij was in een ijzerdraad gereden en die was volledig in zijn wiel gedraaid. Die dag had ik al een mooie remonte gemaakt, na een straftijd in de proloog door het missen van twee waypoints. Ik zat in een goede flow. Maar zo’n panne verhelpen gaat vlotter met twee dan alleen, dus hebben we samen de ijzerdraad verwijderd – een operatie die ons allebei een vijftal minuten heeft gekost. Dat tijdverlies stelt over de twee weken durende rally helemaal niks voor, en het groepsgevoel wordt enkel beter.”

“Ook met Joris had ik zo’n moment. Op de zevende dag kom ik ‘m tegen en zegt hij dat zijn versnellingsbak niet goed meer werkt – we bevinden ons dan op 80 kilometer voor het bivak. Op dat moment heb ik nooit getwijfeld om ‘m te helpen: hij reed voor mij, ik erachteraan. Als het probleem erger werd, konden we elkaar nog altijd voortduwen. Ik had de indruk dat we allemaal wel die ingesteldheid hadden van kameraden – iedereen helpt iedereen, en de competitie is van ondergeschikt belang.” 

 

“Maar ook met een echte klassementsman als Jerome Martiny (Anquety Motorsport) was het contact hartelijk, en gingen we steevast even dag zeggen. We kennen elkaar van vroeger, en van eerdere rally’s. Aangezien hij in The Original by Motul reed (De vroegere Malle Moto-klasse, zonder hulp van buitenaf. Nvdr.) hadden we vooraf ook voorgesteld om eventuele extra bagage voor hem mee te nemen. Oneindig veel respect heb ik, voor rijders zoals Jerome. Terwijl wij een debriefing deden bij het team, onze wensen doorgaven rond de motor en vervolgens gingen douchen en eten, zat hij uren later nog in zijn rallykledij te sleutelen aan z’n eigen machine… Het zou niks voor mij zijn. Toch niet op mijn leeftijd – twintig jaar geleden misschien wel.” (lacht) De uren waarop zij sleutelden, probeerde ik slaap in te halen. Al ben ik wel trots op het feit dat ik op de rustdag niet op hotel ben geweest – ik wilde in de flow blijven, en heb op mijn bedje in de vrachtwagen geslapen om op hetzelfde ritme door te doen.”

MN: Hoe deed je motor het?

Saeys: “Ik heb niet van motorblok gewisseld: de hele Dakar Rally heb ik met één motor uitgereden, en het blok liep elke dag beter. Met dank aan Motul, die me van de best mogelijke olie voorzag. Meer nog, zelfs mijn koppeling is, ondanks de continu zware belasting, niet stukgegaan. Op de rustdag wordt elk onderdeel van de motor nagekeken en indien nodig vervangen: van de injectoren, over de gaskabels en alle filters, tot de koppeling toe. Maar die laatste bleek bij het nakijken nog perfect in orde te zijn – volgens mijn mechanieker had ik er de Dakar Rally perfect mee kunnen uitrijden – maar uit voorzorg werd ze toch gewisseld. Ik was al erg tevreden over mijn motor.

MN: Sta je volgend jaar opnieuw aan de start?

Pierre: “Eh… Niet op twee wielen!” (lacht) “Neen, er zijn voorlopig geen specifieke plannen. Ik heb aan mijn familie beloofd dat het mijn laatste wedstrijd op de motor was. Tijdens de laatste etappe heb ik daarom een gouden crossbril meegenomen, een soort afscheid van het competitief motorrijden voor mij. Het zal moeilijk zijn – zeker als ik mijn zoon bezig zie , die bij de jeugd in de VLM rijdt – maar ik heb me voorgenomen om zelfs zo’n wedstrijden of trainingen niet meer mee te rijden. Maar op het vliegtuig huiswaarts heb ik lang gepraat met een toprijder bij de vrachtwagens. Toen we van het vliegtuig stapten, gaf hij mij zijn teamjas en polste hij terloops even of ik bij een volgende editie als navigator zou willen meerijden. Het verhaal zit er dus misschien toch niet helemaal op…” (lacht)

Motornieuwsbrief

Wil je gratis op de hoogte gehouden worden van alle motornieuws? Schrijf je hieronder in op onze nieuwsbrief en ontvang gratis elke week nieuws, tests, de leukste routes en nog veel meer!
Uitschrijven kan op elk moment, onder iedere nieuwsbrief staat onderaan een link om uit te schrijven. We hebben je privacy hoog in het vaandel, onze privacy policy is op de website te lezen. Als je dit formulier instuurt, dan ga je akkoord met de voorwaarden genoemd in de privacy policy.
Schrijf je in en ontvang de laatste motorupdates

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij maken gebruik van cookies of gelijkaardige technologieën (bv. pixels of sociale media plug-ins) om o.a. uw gebruikservaring op onze website zo optimaal mogelijk te maken. Daarnaast wensen wij analyserende en marketing cookies te gebruiken om uw websitebezoek persoonlijker te maken, gerichte advertenties naar u te verzenden en om ons meer inzicht te geven in uw gebruik van onze website.

Gaat u ermee akkoord dat we cookies gebruiken voor een optimale websitebeleving, opdat wij onze website kunnen verbeteren en om u te kunnen verrassen met advertenties? Bevestig dan met "OK".

Wenst u daarentegen specifieke voorkeuren in te stellen voor verschillende soorten cookies? Dat kan via onze cookie policy. Wenst u meer uitleg over ons gebruik van cookies of hoe u cookies kan verwijderen? Lees dan onze cookie policy.